Leestip!

Absolute aanrader voor iedereen, dit blogje van OverGeldzaken. Over waarom je echt beter in indexfondsen kunt beleggen. Warren Buffet zegt het. OverGeldzaken zegt het. En Geldnerd zegt het ook.

50plusminus

  • Berichtcategorie:Pensioen
Foto: Kamergotchi

Het zal niemand ontgaan zijn, het is weer verkiezingstijd. Nog iets meer dan twee weken te gaan, en Geldnerd heeft nog steeds niet besloten op welke partij hij gaat stemmen.

In deze verkiezingen spelen populistische partijen een belangrijke rol. Die partijen kenmerken zich meestal door hard geschreeuw, sterke gevoelens tegen bestaande structuren, oversimplificatie van problemen en oplossingen, en uitspraken waarvan men denkt dat ‘het volk’ die wil horen. Het moge duidelijk zijn dat dit in elk geval niet de partijen zijn waar Geldnerd op gaat stemmen. Maar iedere week word ik wel weer verrast (helaas zelden in positieve zin).

Eén van die partijen is 50plus. Of zoals ze dit weekend in de NRC genoemd werden, 50plusminus. Een partij voor boze 50-plussers die vinden dat hen tekort gedaan wordt. De lijsttrekker is een meneer die inmiddels betrapt is op liegen over zijn CV, gesjoemel met subsidies, geknoei met pensioenen van medewerkers en gedoe met zijn lease-auto. Blijkbaar maakt je dat uitermate geschikt om mensen te vertegenwoordigen die boos zijn. Oh ja, en rekenen kan hij ook niet.

Die meneer wil namelijk dat de AOW-leeftijd terug gaat naar 65 jaar. Dat is ‘ie al een tijdje niet meer, want we worden steeds ouder. En de AOW werkt met een omslagsysteem, waarbij de mensen die nu werken de AOW betalen van de mensen die daar nu recht op hebben. Dus als er relatief minder mensen zijn die werken en meer die AOW ontvangen, dan wordt het lastig om dat betaalbaar te houden. Gelukkig werkt ons pensioensysteem anders, daar sparen we met z’n allen een grote pot bij elkaar ‘voor later’.

En volgens die meneer kan dat dus wel, die lagere AOW-leeftijd. Ammehoela, natuurlijk kan dat. Alles kan. De vraag is alleen, willen we het met z’n allen betalen? En in die redenering liep meneer een beetje vast deze week.

Ik vind het een mooi voorbeeld van politieke luchtfietserij. We lezen allemaal nieuwe plannen die allemaal geld kosten. We lezen naar mijn mening te weinig hoe partijen dat willen gaan betalen. En net als in onze eigen financiën zijn daar echt maar twee manieren voor: meer inkomsten (=meer belastingen) of minder uitgaven elders (=ergens bezuinigen). Kortom, we krijgen niet het hele plaatje. En toch moeten we kiezen.

Overigens hoopt Geldnerd zelf ook dat over een tijdje de pensioenleeftijd wel weer omlaag kan. Als robots en automatisering het werk voor ons doen, en daar ook belasting over gaan betalen. Hopelijk op tijd voor Geldnerd…

Welke partij heeft jou de afgelopen week verrast?

Meer Excel en GoogleFinance

Geldnerd heeft het al vaker gezegd: als je eenmaal begint met spreadsheets, wil je steeds verder. Teruggaan naar minder functionaliteit is geen optie. En dat zorgt ervoor dat ik mijn spreadsheets blijf doorontwikkelen. Telkens opnieuw kom ik een situatie tegen waarin mijn programmatuur niet voorziet (lees: een error). Of ik verzin iets nieuws om mijn spreadsheets functioneel nog beter te maken.

Zo was ik me al een tijdje bewust van een tekortkoming van mijn beleggingsspreadsheet. Tekortkoming in mijn ogen, dan. Alle rapportages focusten vooral op de portefeuille als geheel, en op de fondsen die ik op dit moment in portefeuille heb. Maar ik wilde graag ook wat dieper in kunnen zoomen op individuele fondsen. En die informatie zat nu wel een beetje verstopt.

Dus heb ik een nieuw scherm gebouwd, ‘Fund’. Hier kies je uit een lijst één van de fondsen die in de spreadsheet zitten. Vervolgens worden automatisch alle belangrijke gegevens van dit fonds uit de spreadsheet bij elkaar gehaald. Ook wordt een lijst getoond van alle transacties die ik met dit fonds heb uitgevoerd. Bovendien kun je een specifieke grafiek laten zien van de ontwikkeling van de koers of van de waarde van het betreffende fonds. Hier laat het systeem automatisch de koersen zien uit de periode waarin ik het fonds in portefeuille heb gehad. Hieronder zie je hoe het scherm eruitziet. Het zit nog niet in de versie van de beleggingsspreadsheet die je kunt downloaden. Laat het me maar even weten in de comments of via de contactpagina als jullie er interesse in hebben.

Ook heb ik me iets meer verdiept in GoogleFinance. Deze functionaliteit van de vrienden van Google geeft je een schat aan informatie over allerlei fondsen die je kunt binnenhalen in je spreadsheets. Je kunt bijvoorbeeld historische koersen downloaden. Ik wilde graag bekijken of ik hier iets mee kon om mijn spreadsheet automatisch bij te werken. De GoogleFinance functie werkt voor de Google spreadsheet, maar met een kleine omweg kun je ‘m ook gebruiken in Excel. Hiervoor heb ik een voorbeeldspreadsheet gedownload bij InvestExcel (update 2020: helaas, ze bestaan niet meer). Daarmee ben ik zelf gaan experimenteren.

Daarbij kwam ik er helaas achter dat GoogleFinance maar iets meer dan de helft van de fondsen herkent die ik in portefeuille heb. Daarmee is de functie voor mij maar beperkt bruikbaar. Maar ik ga deze functie wel in de gaten houden, want als het aanbod uitgebreid wordt komen er veel nieuwe mogelijkheden voor mijn spreadsheet-manie.

Heb jij recent nog aan je spreadsheets gesleuteld?

Saai is goed

Vorige week schreef ik over mijn belastingaangifte 2015 die nog steeds niet is afgehandeld. Eén van de reacties was van Amber Tree Leaves, die zijn eigen aangifte omschreef als ‘saai’. Dat zette mij aan het denken.

Vanuit het perspectief van mijn financiën is saai heel erg goed. Saaie lage, stabiele uitgaven. Saai stijgende lijnen van mijn beleggingen. Saaie belastingaangiften. Een saai stabiel inkomen. Saai is goed. Het zorgt ervoor dat er geen vervelende verrassingen komen Laten we onze zegeningen koesteren… Want we weten allemaal dat het niet eeuwig duurt, dat er ook weer een moment komt dat de lijntjes niet stijgen maar dalen. Waar we ons op willen voorbereiden, maar we weten niet of dat gaat lukken.

Maar saai geeft natuurlijk niet veel inspiratie voor blogjes, dat is waar.

Ben jij ook dol op saaiheid?

Executiewaarde

  • Berichtcategorie:Wonen

Interessante reacties gisteren op mijn berichtje over de Loan-To-Value ratio naar aanleiding van de blog bij Hypotheekweg. Allemaal oprecht hartelijk bedankt daarvoor! Ik vind het soms gewoon leuk om een onderwerp cijfermatig uit te diepen, maar ik ben blij dat er blijkbaar meer mensen daarin geïnteresseerd zijn.

De discussie focuste al gauw op de Executiewaarde. Zoals Cheesy Finance aangaf hanteren de banken hiervoor 90% bij nieuwbouwwoningen en 80-85% bij een bestaande woning (voor de afgelopen jaren).

Maar wordt die ook gerealiseerd? In het Verre Warme Land bij de bank waar Geldnerd werkte gingen we uit van een executiewaarde van 70%. Maar we hebben toen eens voor een periode van drie jaar alle executieveilingen op een rijtje gezet, en daar kwam een schokkende conclusie uit. De eerste was dat de gemiddelde opbrengt bij executie maar 50% was, en de tweede was dat de verschillen erg groot waren. Je was er heel erg van afhankelijk of de juiste persoon bij de veiling was, iemand die ook echt interesse had in het te veilen object.

Ik heb geprobeerd om na te gaan hoe dat in Nederland is. Dat valt nog niet mee. Ik vond wel dit artikel dat kijkt naar de periode 2006 – 2011, daaruit kwam een gemiddelde executiewaarde van 65%. En in dit onderzoek wordt gekeken naar 2010. Dat vindt een gemiddelde executiewaarde van 75%, maar wel grote verschillen tussen regio’s (en nog een aantal andere beïnvloedende factoren). Recentere informatie kan ik niet vinden. Maar ik heb ernstige twijfels of de door de banken gehanteerde executiewaarde reëel is. En denk eraan: het risico ligt niet echt bij de bank. Als de executieveiling onvoldoende opbrengt, heet het restant gewoon ‘restschuld’ en ben je als (ex) eigenaar de pineut.

Wat zou jouw restschuld zijn als de executiewaarde tegenvalt?

Loan-To-Value ratio

  • Berichtcategorie:Wonen

Afgelopen vrijdag schreef Hypotheekweg over de hypotheekportefeuille van de Rabobank. Een interessante blog over interessante materie (vind ik als cijferneuroot), dus ik ben er ook even op door gaan lezen.

Een belangrijke term in dit verband is de Loan-To-Value ratio (LTV), de totale hoogte van de lening ten opzichte van de waarde van het onderpand. In het geval van een hypotheek is je huis het onderpand. Betaal je niet, dan verkoopt de bank je huis. Toen Geldnerd in het Verre Warme Land bij een bank werkte was de LTV een erg belangrijk criterium bij het beoordelen van leningverzoeken. Wij wilden elke lening volledig afgedekt hebben. In het verleden, toen we in Nederland dachten dat de bomen op de huizenmarkt tot in de hemel groeiden, werd er niet echt op de LTV gelet. Tegenwoordig is het gelukkig wel een belangrijk criterium, vanaf volgend jaar mag je nog maar maximaal 100% van de waarde lenen, oftewel een LTV ratio van 100%.

Dat geldt dan natuurlijk bij de aanschaf van de woning. De LTV bij aanschaf (LTVa) mag dan maximaal 100% zijn. En als je, zoals de meeste mensen tegenwoordig, een lineaire of annuïtaire hypotheek hebt, verandert je LTV elke maand. Want elke maand los je een stukje van je hypotheek af.

Een voorbeeld: Stel, je koopt een huis van € 360.000. En je leent € 360.000 die je in 30 jaar lineair aflost. Oftewel, je betaalt elke maand € 1.000 aan aflossing. Na 1 jaar heb je dus nog een hypotheek van €348.000. Als de waarde van je huis niet veranderd is, dan is je LTV na 1 jaar 348.000 / 360.000 = 96,7%. Als je huis na 1 jaar € 375.000 waard is, dan zou je LTV 348.000 / 375.000 = 92,8% zijn. Maar als je huis nog maar € 345.000 waard is, dan is de LTV ineens 100,8%. LTV is een maat voor het risico van de lening. Hoe hoger de LTV, hoe riskanter de lening is vanuit het perspectief van de verstrekker ervan. Een LTV groter dan 100% betekent dat de lening hoger is dan de waarde van het onderpand. Dan loop je als leningverstrekker het risico dat je geld kwijtraakt als de lenende partij (in dit geval de huizenkoper) de lening niet meer kan terugbetalen.

Je kunt de LTV bekijken op het niveau van een individuele lening, maar ook op het niveau van een hele leningportefeuille. Dat is wat de Rabobank doet in de tabel die is opgenomen in het artikel waar Hypotheekweg naar verwijst.

En hier komt cijferscepticus Geldnerd weer. Want Rabobank spreekt over een gewogen gemiddelde. In dit artikel zie je ongeveer hoe ze dat berekenen. Ook zie je in de tabel dat het aandeel klanten met een volledig aflossingsvrije hypotheek nog 23,1% is. Niet duidelijk is of dat gaat om het aantal klanten of om het uitstaande hypotheekbedrag. Maar voor die 23% geldt wel dat de hypotheekschuld gedurende de hele looptijd constant blijft. Pas aan het eind wordt er afgelost. De LTV van deze groep klanten wordt dus alleen beïnvloed door de verwachte waarde van het onderpand.

Ik weet niet of ik dat cijfer van 69% zo heel goed vind voor Rabo. Daarvoor zou ik wat meer onderliggende informatie willen, maar die laten ze uiteraard niet zien. Is vast ‘concurrentiegevoelig’. 69% is in elk geval minder riskant dan de 73% die het in 2015 was, of de 78% die het in 2014 was (bron: Jaarverslag Rabobank 2014). In 2012 en 2013 was de LTV nog 81% (volgens het jaarverslag 2013). Ik heb ook nog even gekeken naar het Jaarverslag 2009, toen de crisis net begonnen was, maar in dat verslag komt de term Loan-To-Value niet voor.

Een interessant historisch perspectief is dit bericht van het CBS. Op pagina 217 (12 in de PDF, ook te zien in de grafiek hieronder) zie je hoe we er met z’n allen in de periode 2005 – 2010 voorstonden. Het valt me op dat zelfs in 2010 de gemiddelde LTV niet hoger was dan zo’n 70%. Het lijkt erop dat de LTV van de Rabobank dus ‘bovengemiddeld risicovol’ was. Ook Geldnerd had in die tijd overigens een aflossingsvrije hypotheek van de Rabobank… Behalve dit staatje kan ik hierover helaas geen recentere informatie vinden.

Nou ben ik wel weer genoeg in de saaie cijfertjes gedoken, vind je ook niet?

Loan to value ratio naar leeftijdscategorie hoofdkostwinner