In allerlei ranglijstjes staat Nederland steevast in de top-vijf als het gaat om de kwaliteit van ons pensioenstelsel. Toch zijn we al jaren aan het praten polderen over een grote hervorming. Ik heb het lang met interesse gevolgd. Maar een tijdje geleden dacht ik ‘laat maar’. Het was onmogelijk om na te gaan wat het voor mij persoonlijk zou betekenen. Wel had en heb ik een aantal zorgen, daar schreef ik drie jaar geleden al over.
De afgelopen week was de pensioenhervorming veelvuldig in het nieuws. Want de Eerste Kamer debatteerde er over. Twee dagen maar liefst. Er tekent zich een meerderheid af, maar dat zal pas blijken als er morgen over gestemd wordt.
Er was overigens het nodige te doen over dat Eerste Kamerdebat. Want de pensioenhervorming is zo ongeveer het laatste onderwerp dat de huidige Eerste Kamer besproken heeft. Veel mensen vonden daarom dat zo’n grote hervorming had moeten wachten op de nieuwe Eerste Kamer.
In ons Nederlandse parlementaire systeem worden de leden van de Eerste Kamer verkozen door de leden van de Provinciale Staten, binnen drie maanden na de Provinciale Statenverkiezingen. Die waren op 15 maart, en ook morgen wordt dus de nieuwe Eerste Kamer gekozen. In de huidige Eerste Kamer had de coalitie al geen meerderheid, dus werden er vaak dealtjes gemaakt met Groen Links en PvdA. In de nieuwe Eerste Kamer is het nog maar de vraag of dat nog een optie is. Het zal niemand ontgaan zijn dat de provinciale verkiezingen gewonnen zijn door een partij van boze tractorrijders zonder al te veel politieke ervaring, maar met veel gevestigde politieke belangen. We zullen zien welke parlementaire dieptepunten dat de komende jaren weer op gaat leveren (je merkt misschien al dat Geldnerd niet erg optimistisch is op dit punt…).
Maar goed, ik had het over de pensioenhervorming. Een ronkende website is er al een tijdje, vast en zeker gemaakt door het Communicatieleger van de Rijksoverheid, maar die kan ons natuurlijk ook nog niks vertellen. De voor ons loonslaven interessante gesprekken moeten nu nog beginnen. Hoe gaat onze nieuwe pensioenregeling eruit zien? Wat betekent dat ‘invaren’ precies? Welk verwacht pensioenbedrag staat er straks in mijn ABP-overzicht? Het zal nog jaren duren voordat we dat allemaal weten.
En de echt interessante vragen zullen de komende decennia pas beantwoord worden. Krijgen we nou echt een beter pensioen? Ik weet het niet. Ik ben wel blij dat ik mijn maatregelen genomen heb, en maximaal eigen vermogen opbouw.
Vorige week was het uitgebreid in de media. Enkele pensioenfondsen hebben stevige indexeringen aangekondigd. Mijn eigen pensioenfonds, de algemene bodemloze put van het ABP, verhoogt begin 2023 de pensioenen met 11,96%. Daarmee wordt de volledige prijsstijging in de periode van september 2021 tot september 2022 gecompenseerd.
Het is mooi nieuws, maar wel nieuws dat ik met gemengde gevoelens ontvang. Hoera, mijn opgebouwde pensioen wordt in het inflatierampjaar 2022 gelukkig niet nog minder waard. Maar we hebben nog steeds ongeveer 25% aan gemiste indexatie sinds de financiële crisis van 2008. Daar lopen we nog niets van in, de indexatie van 2,39% eerder dit jaar was maar een heel klein beginnetje.
Links en rechts lees ik dat de mega-indexatie mede mogelijk gemaakt wordt doordat pensioenfondsen al mogen rekenen met de regels van het nieuwe pensioenstelsel. Een cynisch persoon als Geldnerd denkt dan al gauw aan een marketingstunt om het nieuwe stelsel te verkopen. Ik heb de afgelopen periode bewust heel weinig geschreven over de discussies rond het nieuwe pensioenstelsel. Dat komt ook omdat op dit moment absoluut nog niet in te schatten valt welk effect dit voor mij gaat hebben. De wet is nog niet eens door de Tweede Kamer. Die neemt gelukkig ruim de tijd om deze wet goed te behandelen. Ik heb genoten van het college dat Pieter Omtzigt gaf en ik hoop maar dat zijn collega’s goed naar hem geluisterd hebben. Verder wacht ik de uitkomsten van de discussies af.
Toen ik bij het schrijven van deze blogpost op de website van het ABP zocht naar de berichten over de indexatie, kwam ik ook nog een ander bericht tegen. Over de verhoging van de pensioenpremie die ik in 2023 moet gaan betalen. Daar heb ik dan weer veel minder aandacht in de media voor gezien… Het premiepercentage stijgt van 25,9% naar 27,9%. Hiervan betaalt de werkgever 19,53% en het percentage dat ik betaal gaat van 7,93% naar 8,37%. Maar zoals gebruikelijk valt dit op een stapel van veranderingen, want per 1 januari verandert ook de franchise en dus het salarisbedrag waarover mijn pensioenpremie berekend wordt. Waarschijnlijk ga ik wederom elke maand iets meer premie betalen. Maar ik zal wel weer moeten wachten tot de salarisbrief van januari om te zien wat het uiteindelijk netto betekent.
Ik blijf het ingewikkeld vinden. Zelfs voor een Geldnerd als ik is het een uitdaging om chocola te maken van het pensioendebat. Terwijl het toch een discussie is die vrij bepalend is voor de financiële toekomst en financiële zekerheid van ons allemaal. Een oplossing heb ik niet. Wel gemengde gevoelens die ik nergens kwijt kan, behalve op dit blog.
Het huidige Nederlandse pensioensysteem heeft drie pijlers. Op het eerste-pijler basispensioentje uit de AOW (Algemene Ouderdoms Wet) heeft iedereen recht, in elk geval met een opbouw van 2% per jaar dat je in Nederland verbleven hebt en verzekerd was voor de AOW. Dan bouwen de meeste loonslaven zoals ik ook een pensioen op in de tweede pijler via de werkgever, in mijn geval via het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Ik zou willen dat ik daar buiten mocht blijven maar ik ben helaas verplicht om deel te nemen.
En dan kun je ook nog (in zekere mate fiscaal aantrekkelijk) individuele aanvullende pensioenvoorzieningen opbouwen in de 3e pijler via bijvoorbeeld lijfrenten, koopsommen en levensverzekeringen. Daar maak ik dan weer geen gebruik van. Mijn fiscale jaarruimte hiervoor is beperkt, en ik vind de fiscale voordelen niet opwegen tegen het gebrek aan flexibiliteit. Je hebt te maken met beperkingen in bijvoorbeeld het moment en de manier waarop je het geld kunt opnemen.
Liever bouw ik gewoon een zo groot mogelijk vermogen op, waarbij ik zelf het moment en de manier kan kiezen waarop ik het geld gebruik. Bovendien neem je in pijler 3 een risico met de toekomstige fiscale regelgeving. Wat nu fiscaal aantrekkelijk is, is dat misschien niet meer tegen de tijd dat jij het geld uit die derde pijler pot wilt halen. Iets met overheid en betrouwbaarheid. Hier dus geen bijstortingen in aparte pensioenpotten zoals bij Luxe Of Zuinig.
De 4% regel is niet van toepassing
Toch is mijn pensioen een belangrijke factor in mijn plannen voor financiële onafhankelijkheid. Het Amerikaanse FIRE-adagium van ‘25 keer je jaaruitgaven als vermogen / de 4% regel‘ is namelijk niet van toepassing voor Nederlandse loonslaven met een aanvullend pensioen in pijler 2. Dan heb je jouw vermogen alleen maar nodig om het gat tussen stoppen met werken en de start van de uitbetaling van het pensioen te overbruggen, en eventueel als aanvulling op het pensioenbedrag. Op dit principe is mijn FIRE Calculator gebaseerd.
Mijn pensioen is dus wel iets om in de gaten te houden. Zowel de jaarlijkse opbouw als de discussie over de komende hervormingen. Die hervormingen zijn overigens iets waar ik onderhand geen touw meer aan vast kan knopen. Ik wacht met smart op de Kamerdebatten en de daarmee gepaard gaande analyses en achtergrondartikelen, in de hoop er dan weer wat meer van te begrijpen. Tot die tijd tast ik, net als alle andere deelnemers in pijler-2 pensioenfondsen, enigszins in het duister over een belangrijk deel van mijn financiële toekomst.
‘Gelukkig’ is er de huidige situatie nog…
Jaarlijkse pensioenaanwas
Sinds ik weet dat ik de A-factor, de jaarlijkse pensioenaanwas, gewoon zelf uit kan rekenen kijk ik met iets minder spanning uit naar het Uniform Pensioenoverzicht (UPO), wat mijn pensioenfonds me jaarlijks stuurt. Die is nu vooral bedoeld om te controleren of ik (of zij) geen rekenfout gemaakt hebben.
Indexeringen
‘Vroeger’ werd het pensioen nog wel eens geïndexeerd voor inflatie. De laatste keer was bij het ABP in 2008, met nog een heel klein ieniemienie-indexatietje (0,28%) in 2010. Daarna gebeurde er 12 jaar niets. Geen indexering voor inflatie. Terwijl die inflatie er toch echt wel was. Ruim 20% tussen 2010 en 2021. Dat is veel. Ik legde wel in en bouwde wel extra pensioen op, maar qua koopkracht holde de waarde van dat pensioen achteruit. Tenzij er in de toekomst grote inhaal-indexeringen komen ben ik die koopkracht gewoon kwijt. Waarschijnlijk gaat dit allemaal verdwijnen in de ‘pensioenmist’ van het omzetten naar een nieuw pensioenstelsel. En daar kan ik niets aan doen
Uiteraard ga ik er van uit dat ik niet tot de ‘officiële pensioendatum’ op blijf bouwen bij het ABP. Ik wil immers eerder stoppen met werken. Toch is het voor mij van belang hoeveel pensioen ik opbouw.
Momenteel kijk ik naar het bruto beschikbare bedrag op mijn jaarlijkse pensioenoverzicht. Waar heb ik al recht op als ik nu zou stoppen met werken en opbouwen. Daar tel ik ook de bruto AOW bij op. Dan heb ik mijn bruto inkomen vanaf het moment dat ik mijn AOW-leeftijd bereik. Daar haal ik dan ongeveer 30% belasting vanaf. Allemaal gebaseerd op huidige bedragen en percentages en regelgeving, en er is dus geen enkele garantie dat het ook nog geldt als ik straks echt met pensioen ga. Maar het geeft een indicatie.
Ik kom dan uit op een bedrag dat op dit moment al voldoende zou zijn om mijn huidige bijdrage aan de gezamenlijke huishouding te dekken, inclusief de rente en aflossing op de hypotheek. Maar dat is allemaal tegen euro’s van vandaag. En ik heb nog geen idee hoe mijn toekomstige uitgaven er uit gaan zien. De komende jaren gaat de inflatie door met het opvreten van die koopkracht. Maar ik ga ook door met pensioen opbouwen. En hypotheek afbetalen en vermogen opbouwen. Mijn positie wordt dus hopelijk elk jaar nog weer een stukje beter.
Ook in eerdere blogposts heb ik het al gezegd, ik kijk met spanning uit naar het moment dat echt duidelijk wordt wat het nieuwe pensioenstelsel voor mij persoonlijk betekent. Gewoon, cijfertjes die zeggen wat ik per jaar mag verwachten. Dan kan ik weer echt een berekening maken hoeveel vermogen ik nodig heb om de kloof tussen het moment van stoppen met werken en het moment van ontvangen van pensioen te overbruggen. En bepalen hoe dicht ik bij mijn eigen FIRE moment zit. Of hoe ver ik er al overheen ben. Wie weet?
Ik kan ook niet eventjes rustig op vakantie gaan, hè. Prompt is er allerlei financieel nieuws voor rijksambtenaren….
Nieuwe CAO
Medio mei las ik stoere taal over de CAO voor rijksambtenaren. Voor de zomer moest ‘ie rond zijn, de agenda’s waren er voor schoongeveegd. ‘Ja ja’, dacht ik enigszins cynisch. Het zal allemaal wel. Maar toen ik terug kwam van vakantie bleek ‘ie er toch zo ineens maar te zijn. Een nieuwe CAO. En nogal een ingewikkelde, als ik het onderhandelingsresultaat zo doorlees.
Salarisverhogingen en eenmalige extra’s
Er zitten drie salarisverhogingen in de CAO, die een looptijd heeft tot en met 30 juni 2024. En er is bijzondere aandacht voor de laagste schalen. Dat is op mijn situatie niet van toepassing, voor mij gelden de onderstaande verhogingen.
Datum
Salaris per maand
Bijzonderheden
1 juli 2022
+2,5% + € 75
Uitbetaald met terugwerkende kracht vanaf september 2022
1 april 2023
+3,0%
1 januari 2024
+1,5%
Daarnaast krijgen we ook nog twee eenmalige extraatjes. In december 2022 en in april 2023 ontvangen we een eenmalige uitkering van € 450,- (bruto), naar rato van de arbeidsduur (voltijds is bij de rijksoverheid 36 uur per week).
Sleutelen aan de verlofregelingen
Er wordt ook flink gesleuteld aan de verlofregelingen. We kregen bovenop ons wettelijk verlofrecht al een aantal extra uren in het kader van het Individueel Keuze Budget (IKB). Die hoeveelheid IKB-uren is nu nog leeftijdsgebonden. Vanaf 2023 krijgen we ongeacht onze leeftijd jaarlijks 64 IKB-uren.. Die kunnen we opnemen, sparen in de verlofspaarregeling, en/of deels (maximaal 32 uur per jaar) verkopen.
Geldnerd verkocht de afgelopen jaren al zijn IKB-uren voor ‘cold hard cash’, weliswaar tegen het erg hoge ’tarief bijzondere beloningen’ van de inkomstenbelasting. De nieuwe regeling gaat voor mij dus betekenen dat ik een paar extra verlofdagen per jaar krijg.
Er staat verder nog een erg ingewikkelde passage in het onderhandelingsresultaat over de PAS-regeling (Regeling Partiële Arbeidsparticipatie Senioren). Dat is de regeling waarmee oudere werknemers minder kunnen werken en minder salaris krijgen, maar waarbij bijvoorbeeld de pensioenopbouw wel doorloopt tegen het salaris van voor de PAS-regeling. Die regeling wordt afgeschaft, en dat is niet onverwacht. Er is dus een (vrij ingewikkelde) overgangsregeling bedacht waarmee oudere werknemers (en daar valt Geldnerd ook al onder) kunnen kiezen voor de oude regeling of de nieuwe regeling met extra rechten. Die keuze moet ik voor het eind van dit jaar maken, daar ga ik me ter zijner tijd maar eens in verdiepen.
En verder…
Staan er nog heel veel andere onderwerpen in het onderhandelingsresultaat. De meeste daarvan raken mij niet. Wel vind ik het interessant dat er afspraken zijn gemaakt om medewerkers altijd juridische ondersteuning te geven als deze vanwege hun werk betrokken raken bij een juridische procedure. Dat komt helaas steeds vaker voor. En ook de afspraken die eerder gemaakt zijn om managers gemiddeld wat langer in een functie te houden zijn nu geformaliseerd. Wij managers ‘hopten’ gemiddeld eens per 3 jaar naar een nieuwe plek. Dat is vaak wel erg snel.
Daarnaast lees ik dat we het budget van € 1.500 dat we per vijf jaar krijgen voor de inrichting van onze thuiswerkplek, ook ingezet mag worden voor de verduurzaming van de eigen woning. Bijvoorbeeld voor isolatie of de aanschaf van een warmtepomp of zonnepanelen.
Verhoging van het pensioen
Ook vond ik bij thuiskomst een bericht van de Algemene Bodemloze Pensioenput (ABP) in mijn mailbox. Het opgebouwde pensioen wordt verhoogd met 2,39%. Dat was blijkbaar de gemiddelde prijsstijging (inflatie) in het de periode tussen 1 september 2020 en 1 september 2021. De verhoging gaat over het pensioen dat tot 1 januari 2022 is opgebouwd.
De vorige verhoging van het opgebouwde pensioen dateert van meer dan 10 jaar geleden, zie ik in mijn administratie. Deze verhoging is dus een beginnetje. Het doet nog niets aan de koopkracht die we in de afgelopen 10 jaar niet gecompenseerd hebben gekregen. Ik steek de vlag dus nog maar even niet uit, ook omdat er nog heel veel onzeker is rond de komende pensioenhervormingen. Maar het is in elk geval iets.
Wat vindt Geldnerd?
Gegeven de hoge inflatie op dit moment vind ik de looptijd van de CAO erg lang. Zeker omdat het de vakbonden niet gelukt is om automatische prijscompensatie en koopkrachtbehoud voor alle werknemers binnen te slepen. Ik prijs me gelukkig met deze verhoging, want ik weet dat heel veel mensen het slechter hebben. Maar ideaal is het niet.
Ook zie ik in de CAO nog veel franje eromheen. Allerlei onderwerpen waarvan ik denk ‘moet dat nou?’. Leuk hoor, dat budgetje voor de werkplek en de verduurzaming. Maar ik ontvang liever gewoon structureel extra salaris, en bepaal zelf hoe ik dat besteed. Maar al die franje zag ik ook in mijn eerdere analyse van het spel rond de arbeidsvoorwaarden. Het hoort er blijkbaar een beetje bij in Den Haag.
Wat de meeste aandacht trok was het enorme bedrag aan prestatiebonussen dat het ABP afgelopen jaar betaalde aan beleggingsinstellingen die voor het ABP mijn pensioengeld beleggen. Er werd 2,8 miljard euro uitgekeerd aan zogeheten private-equityhuizen. Linksom of rechtsom is dat heel veel geld. Volgens het jaarverslag zijn er 1.203.358 actieve deelnemers en 974.772 pensioengerechtigden, die bonus is dus ruim 2.300 euro per actieve deelnemer. Dat is een paar maanden van mijn pensioenpremie. Voor de meeste mensen veel meer dan een netto maandsalaris.
Begrijp me niet verkeerd, ik snap dat het ABP een brede beleggingsmix moet hanteren. Bijna 2,2 miljoen deelnemers in verschillende stadia van hun leven. Mensen die net begonnen zijn met inleggen en pas over 45 jaar pensioengerechtigd worden en daarna misschien wel 30 jaar of meer pensioen gaan ontvangen. Maar ook mensen die al tientallen jaren pensioen ontvangen en dat misschien nog wel tientallen jaren blijven doen. Ga er maar aanstaan.
Maar toch….
Geldnerd heeft zich al vaker verwonderd over het gebrek aan transparantie van het pensioenstelsel. Iets wat met het nieuwe stelsel niet echt gaat veranderen, de organisatie van het pensioensysteem blijft hetzelfde met dus veel ruimte voor bestuurdersbaantjes en hoge kosten. Al heeft het ABP nu wel een nieuwe voorzitter van het Uitvoerend Bestuur. Een term die overigens suggereert dat er ook een ‘Niks Uitvoerend Bestuur Dat Wel Dikbetaald Wordt‘ is. Maar goed, die nieuwe voorzitter schrijft dus blogjes, in elk geval eentje (volhouden!). En die nieuwe voorzitter, niet alleen actuaris maar ook doctor in de theologie (en die zou dus iets van ethiek en moraal moeten weten…), lijkt wel door te hebben dat zo’n bonus van 2,8 miljard euro maatschappelijk moeilijk uit te leggen is. We zullen zien of er iets gaat veranderen de komende jaren decennia…
Historisch hoog rendement?
In zijn blog heeft de voorzitter het over ‘historisch hoog rendement’. Dat is nogal een claim… En Geldnerd houdt van het checken van feitjes. Daarvoor is het internet ook wel een mooie uitvinding. Nou was 2021 ook wel een erg goed beursjaar, dus eigenlijk moet je je een beetje schamen als je in dat jaar geen ‘historisch hoog rendement’ behaald hebt. Maar nu zegt het rendement over één jaar natuurlijk niet zo heel veel in beleggingsland. Ik kijk dus maar eens even naar de rendementen van de afgelopen 15 jaar, met de hulp van de vrienden van de ongelooflijk nuttige website Kennisbank ABPpensioen (een must-read voor iedere (oud-)deelnemer van het ABP). En dat zetten we dan maar eens even naast een wereldwijde aandelenindex. Daarvoor kies ik de MSCI World index.
Geen onverdeeld positief beeld voor het ABP, lijkt me. En zeker niet ‘historisch hoog’. Nu heeft het ABP natuurlijk een gediversificeerde beleggingsstrategie. Zoals Mr. FOB ook constateerde heeft het ABP 60% offensief belegd en 40% defensief. Dat sluit wel ongeveer aan bij de verhouding actieve deelnemers en gepensioneerden. Maar dat betekent wel dat we het rendement niet zomaar langs alleen maar de aandelen mogen leggen.
Dus pak ik ook de FTSE World Government Bond Index (WGBI) erbij, een wereldwijde index van staatsobligaties. En dan doen we de oefening opnieuw. Met het jaarlijks rendement van het ABP, en het jaarlijks rendement van een 60% MSCI World en 40% WGBI portefeuille, waarbij voor beide 1 januari 2006 op 100 gesteld is. De aanname is dus dat er elk jaar op 1 januari geherbalanceerd wordt, zodat het jaar weer begint met die 60 offensief / 40 defensief verhouding. Dat geeft het onderstaande beeld.
En dan doet het ABP het eigenlijk nog niet eens zo slecht. Maar ze hebben er wel veel geld en menskracht voor nodig. En dure ‘private equity huizen’ waar wij als samenleving geen positieve mening over hebben. Terwijl een volledig passieve strategie hetzelfde resultaat had opgeleverd. Gewoon 60% van het vermogen in een MSCI indexfonds gooien, 40% in een WGBI indexfonds, en een keer per jaar herbalanceren. Dat had veel kosten gescheeld. Maar dan moeten wij natuurlijk wel ophouden met zeuren over ethisch beleggen en stoppen met fossiele brandstoffen en zo. Niet zeuren, gewoon plat indexbeleggen.
Lees je even mee, ABP?
Dus doe ik het ABP hierbij ook maar eens een aanbod. Ik wil dat beleggen best voor ze doen in ruil voor een salaris van € 10 miljoen per jaar. Dan kunnen ze de rest van die dure beleggingsclub opdoeken. Daar schakel ik dan wel een paar FIRE-vriendjes en -vriendinnetjes bij in, die krijgen elk dan ook een salaris van € 10 miljoen. En een bonus hoeven we niet, we maken wel jaarlijks € 10 miljoen aan kosten voor het kasteel in Zuid-Frankrijk van waaruit wij de investeringsportefeuille gaan beheren. Is nog steeds een koopje voor de deelnemers en het ABP! De € 4,95 miljard aan kosten die daarmee alleen al in 2021 bespaard zouden zijn stoppen we dan gewoon in het belegd vermogen. Want de kosten maken op de langere termijn heel veel verschil in je opbrengsten, dat weet elke verstandige belegger… En we garanderen met een passieve strategie gewoon een rendement in de buurt van die 60% offensief en 40% defensief mix.
Het rendement van het ABP in absolute termen was in 2021 ruim € 61 miljard op een belegd vermogen van € 551,6 miljard tegen iets meer dan € 5 miljard aan kosten. Het premie-inkomen, de centjes die ‘wij actieve deelnemers’ en onze werkgevers afgelopen jaar overgemaakt hebben aan het ABP, was € 12,7 miljard tegen € 12,9 miljard aan uitkeringen. Het niet indexeren van de pensioenen is wat mij betreft echt niet meer uit te leggen…
En € 5 miljard aan kosten is dus bijna 40% van de premie-inkomsten. Vind ik ook lastig uit te leggen. Die € 5 miljard aan kosten zijn dus ongeveer 0,9% van het belegd vermogen. Dat is hoog… Misschien niet voor actief belegd vermogen, maar wel voor passief belegd vermogen. Bij mijn ETFs zijn de jaarlijkse kosten meestal minder dan 0,25%. Aan mijn broker was ik de afgelopen jaren 0,17% van mijn belegd vermogen kwijt. Ik denk dat ik met een belegd vermogen als van het ABP nog wel wat korting zou kunnen bedingen… Maar ik zit dus zelf op een kostenpercentage van 0,42%, minder dan de helft van wat het ABP kwijt is om mijn pensioen te beleggen. Daar kan bij het ABP inderdaad nog wel wat van af, dus. Want ze maken het wel erg ingewikkeld.
Bovendien heeft het ABP in principe een oneindige beleggingshorizon, dus dan mag de mix ook wel iets offensiever dan 60/40. Zet een jaar of vijf vooruit aan uitkeringen apart en de rest kan lekker langdurig renderen op de beurs. Toch?
Vastzitten in het systeem
De nieuwe voorzitter zegt in dat verband nog wel iets interessants. “Als financiële instelling maakt ABP deel uit van een systeem, waarin kapitalistische normen en regels gelden. Dat systeem kunnen we niet in ons eentje plotsklaps veranderen.” Dat klopt wel, denk ik. Maar al die dure ‘specialisten’ en adviseurs van het ABP hebben daar natuurlijk ook helemaal geen belang bij, om dat systeem te veranderen. ABP zit ook gewoon vast in z’n eigen tunnelvisie, of in elk geval de tunnelvisie van gevestigde belangen. Complexiteit is deels ook waar al die mensen hun geld mee verdienen. Net als alle andere financiële instellingen.
Steeds vaker wens ik ons het Amerikaanse systeem toe, waarbij ik (ook als loonslaaf) mijn eigen pensioen had mogen opbouwen. Dat scheelt een hoop kosten en bestuurdersbaantjes. Maar veel mensen hebben daar waarschijnlijk de discipline niet voor, om zelf elke maand een vast bedrag in een goedkoop indexfonds te storten. Toch jammer.
Een van mijn bekendere spreadsheets is de FIRE Calculator voor Loonslaven. Die is inmiddels zo’n 15.000 keer gedownload. Op basis van je inkomen, je spaarpercentage, en inschattingen van jouw rendement en pensioensituatie, kun je daarmee scenario’s doorrekenen voor jouw eigen financiële onafhankelijkheid.
Maar er gaat natuurlijk de komende jaren heel veel veranderen in Nederland. Onlangs heeft het kabinet de hervorming van Box 3 van het belastingstelsel aangekondigd. De vermogensrendementsheffing op basis van een fictief forfaitair rendement gaat verdwijnen. Die was ook veel te hoog voor spaarders, te laag voor beleggers in goede beursjaren, en te hoog voor iedereen in slechte beursjaren. Er komt een vermogensaanwasbelasting waarbij zowel het inkomen uit het vermogen als de aanwas van het vermogen belast zullen gaan worden. Maar we zullen nog een paar jaar geduld moeten hebben voordat we weten hoe dit er precies uit gaat zien. Ik ga er wel van uit dat ik als ‘meer dan gemiddeld vermogende en meer dan gemiddeld belegger’ in het nieuwe stelsel structureel meer ga betalen dan in het huidige stelsel.
En dan is er natuurlijk ook nog de aangekondigde grote hervorming van ons Pensioenstelsel. Er wordt al jaren over gepraat en 30 maart jongstleden heeft minister Carola Schouten het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. De bedoeling is nog steeds om het per 2026 in te voeren, en de huidige pensioenen van de loonslaven ‘in te varen’ in het nieuwe stelsel. Ook daarvan heb ik nog geen idee wat het precies gaat betekenen. Ik moet rustig afwachten totdat de werkgevers en werknemers in de Haagse Achterkamertjes afgesproken hebben hoe mijn nieuwe pensioen er uit gaat zien.
Vermogen en opgebouwd pensioen. Twee pijlers van mijn reis naar financiële onafhankelijkheid. Het oude systeem gaat verdwijnen, en we weten dus nog niet hoe het nieuwe systeem er uit gaat zien. Maar het huidige rekenmodel van de FIRE Calculator is dus eigenlijk niet meer bruikbaar. Het kijkt immers naar de langere termijn, en die langere termijn stopt over een paar jaar.
Komt er een nieuwe FIRE calculator? Dat weet ik nog niet. Eerst maar eens afwachten hoe die Box 3 hervorming en de pensioenhervorming precies uit gaan pakken. Zoals ik al eerder schreef, het worden een paar spannende jaren voor iedereen die met financiële onafhankelijkheid bezig is.
Voorlopig heb ik maar even een extra waarschuwing op de Downloads pagina gezet. De overheid kan onze langere-termijn plannen natuurlijk ernstig beschadigen… En als ambtenaar ben ik nog medeplichtig ook!
Denk jij na over de invloed van deze hervormingen op jouw financiën?
Geldnerd.nl gebruikt cookies. Voor nadere informatie zie de disclaimer pagina. AccepterenWeigeren
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Functional cookies help to perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collect feedbacks, and other third-party features.
Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.
Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.
Advertisement cookies are used to provide visitors with relevant ads and marketing campaigns. These cookies track visitors across websites and collect information to provide customized ads.