De overheid is geen bedrijfsleven (maar wat dan wel?)
Zowel fysiek als emotioneel kan Geldnerd inmiddels met enige afstand naar ‘Den Haag’ kijken. Jarenlang ben ik onderdeel geweest van het probleem de rijksoverheid. Van het samenspel tussen Tweede Kamer, Eerste Kamer, bewindslieden uit een groot aantal verschillende kabinetten, en de ministeries. Maar dat is voltooid verleden tijd.
Inmiddels kijk ik dus ook vol afgrijzen naar de macabere dans die kabinetsformatie heet. Op zich al bijzonder dat je eerst meer dan een maand moet gaan praten over ‘rechtstatelijkheid’. Over de vraag of er wel een kabinet kan komen dat zich aan de Grondwet kan houden. Sommige dingen zouden wat mij betreft niet onderhandelbaar mogen zijn. Maar goed, zo diep zijn we dus ook al gezonken in dit land. En dan komt ook nog eens de vraag op tafel wat voor soort samenwerking er moet komen. Een klassiek kabinet? Gedogen en laten vallen als ons dat goed uitkomt? Of toch een ‘zakenkabinet’?
Bij dat laatste krijgen veel mensen visioenen van gepokte en gemazelde mensen uit het bedrijfsleven die wel eens even orde op zaken zullen komen stellen in Den Haag. Diezelfde mensen die de afgelopen decennia in het bedrijfsleven hun medewerkers en klanten uitgeknepen hebben en hun eigen zakken gevuld hebben met bonussen. Ja ja… Ook dat is iets waar Geldnerd niet meteen enthousiast van wordt.
Waarom het anders is
Want de overheid is echt wat anders dan het bedrijfsleven. Ik heb op beide plekken gewerkt, en naar mijn mening zijn er hele fundamentele verschillen aan te wijzen. En ik vraag me ook oprecht af of we dat wel zouden moeten willen, een overheid die heel erg op het bedrijfsleven lijkt. Of zijn er nog mensen die vinden dat Nederland er op vooruit gegaan is sinds er ‘marktwerking’ is gekomen in de zorg en in het openbaar vervoer? Eén van de problemen is wat mij betreft nou juist dat we de overheid steeds vaker als een bedrijf proberen te runnen.
De overheid kan bijvoorbeeld geen ‘klanten’ weigeren. En ook geen onderscheid maken tussen ‘klanten’. Want op basis van Artikel 1 van onze Grondwet hebben alle (inmiddels bijna) 18 miljoen inwoners van Nederland het recht om mee te doen in onze samenleving, en het recht om gelijk behandeld te worden. Dat is een essentieel verschil ten opzichte van het bedrijfsleven, waar bijvoorbeeld verzekeraars naar hartenlust onderscheid maken tussen mensen.
“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.”
Grondwet, Artikel 1
Wat duurt het allemaal lang…
Daarnaast verwonderen mensen zich vaak dat dingen bij de overheid zoveel tijd lijken te kosten. Snakken mensen naar de ‘snelheid’ van het bedrijfsleven. Maar pas op! We hebben immers met z’n allen heel veel bevoegdheden bij die overheid neergelegd. De overheid kan regels maken en veranderen. De overheid kan mensen opsluiten. Geld afpakken. Heeft (zoals in elke democratie) het monopolie op het gebruik van geweld. Die bevoegdheid komt ook met de verantwoordelijkheid om daar zorgvuldig en terughoudend mee om te gaan.
En ook het maken en veranderen van regeltjes kost dus tijd. Ze moeten eerst door een kabinet goedgekeurd worden, daarna is er veel ruimte voor inspraak, de Raad van State kijkt er nog eens een keer goed naar, en dan moet alles nog goedgekeurd worden door de Tweede en de Eerste Kamer. En dan kun je ook nog bezwaar maken of naar de rechter. Dat duurt misschien allemaal erg lang, maar ik vind het persoonlijk wel prettig dat we zo beschermd zijn.
Over hoge bomen en wind vangen
Soms komt een bedrijf negatief in het nieuws. Of doet een CEO huilie-huilie als er een vervelend stukje in het Financieele Dagblad staat. Meestal waait het over. De krant van vandaag is het inpakpapier van morgen, zeiden we vroeger toen de meeste kranten nog van papier dode bomen gemaakt werden.
Dan de overheid. Wij staan dagelijks in de krant. In alle kranten. En op alle journaals, nieuwsuitzendingen, actualiteitenrubrieken, en praatprogramma’s. Lokaal, provinciaal, landelijk. Iedereen vindt iets van wat we doen en hoe we het doen. En iedereen weet het beter. Welkom in mijn wereld. Dat is echt wat anders dan een keertje gegrild worden over slechte jaarcijfers of twijfelachtige productkwaliteit. Daar moet je tegen kunnen.
Het is jouw (en mijn) belastinggeld…
De overheid werkt met publiek geld. Geld dat bijeen geharkt wordt uit de belastingen die we met z’n allen proberen te ontwijken betalen. En waar iedereen het gewoon lijkt te vinden dat de tarieven die je betaalt aan je bank of de premies die je betaalt aan je verzekeraar gebruikt worden voor reisjes naar Davos en riskante overnames in het buitenland en riante bonussen, zijn we met z’n allen erg kritisch op de besteding van publiek geld. De boekhouding van overheidsinstanties moet aan strikte eisen voldoen en de accountants controleren scherp. Dat stelt eisen aan het administratieproces, en ook dat kan een oorzaak van (vermeende?) bureaucratie zijn.
Als burger ben ik overigens best wel blij dat er zorgvuldig omgegaan wordt met ons belastinggeld. En ben ik, sinds ik in de publieke sector werk, ook een stuk kritischer op bedrijven die hun geld verkwisten aan dingen waar de samenleving en hun klanten niet beter van worden. Dus van mij hoeven de meeste dingen niet zo snel te gaan.
Het kan (en moet) beter…
Let wel: je hoort mij niet zeggen dat alles goed gaat bij de overheid! Zeker niet. Op heel veel punten kan en moet het beter. Ik snak naar een kabinet dat wel een visie op de toekomst heeft en grote problemen aan durft te pakken. En ben niet zo hoopvol over de huidige poging. Maar ook wij ambtenaren moeten beter. Betere dienstverlening aan burgers. En meer tegengas richting politiek als er echt onzalige ideeën op tafel komen.
Alle inzichten en acties die daaraan kunnen bijdragen zijn wat mij betreft van harte welkom. Zelfs als ze uit het bedrijfsleven komen. Maar dan hoop ik wel dat we die oplossingen net zo kritisch durven bekijken als de oplossingen uit de overheid zelf. Want complexe problemen hebben zelden een eenvoudige oplossing. Al laten sommige vooral populistische politici ons graag iets anders geloven.
Weet jij het beter?