Waar komen mijn Arbeidsvoorwaarden vandaan?

Er wordt weer gesproken over een CAO voor de Rijksambtenaren. Dat is niet zo vreemd, want de oude CAO is eind 2020 afgelopen. En op een of andere manier ben ik er dit keer meer op gefocust dan normaal. Zeker sinds ik mij gerealiseerd heb dat mijn pensioenpremie in de afgelopen 5 jaar met meer dan 50% gestegen is. Zomaar. Zonder dat ik er echt iets over gelezen heb of het gevoel heb dat ik er enige invloed op uit kan oefenen.

Dat intrigeert mij. Want hoe komen dat soort dingen tot stand? Wie praat daarover met wie, en hoe worden de besluiten genomen? Over mijn pensioen. En dus ook over mijn arbeidsvoorwaarden. Wat zit er achter zo’n berichtje dat ‘werkgevers en werknemers afspraken hebben gemaakt over een nieuwe CAO’? Daar ben ik dus eens ingedoken. En ik heb een hele nieuwe wereld ontdekt.

Werkgevers en Werknemers

Mijn werkgever is ‘de Rijksoverheid’, in concreto één van de ministeries. Als ik een beetje rondkijk op internet dan staat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) overal als verantwoordelijk ministerie. En als ik ga graven dan blijkt (voor de Rijksoverheid) inderdaad de minister van BZK de rol van Werkgever te spelen. Deels dan, want Defensie, de politie, en de rechterlijke macht hebben een aparte CAO.

De andere werkgevers in de publieke sector werken samen in de stichting Zelfstandige Publieke Werkgevers (ZPW). Lid van ZPW zijn de sectorwerkgevers van gemeenten, provincies, waterschappen, primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, hoge beroepsonderwijs, universiteiten, onderzoeksinstellingen, en universitair medische centra. Vroeger zaten die samen met de rijksoverheid in een stichting Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO), maar de VSO is volgens de (inmiddels verdwenen) website per 1 januari 2020 opgeheven. Ik heb daar niks over op het journaal gezien, maar vind het wel een interessant gegeven dat de rijksoverheid blijkbaar sinds 1 januari 2020 minder samenwerkt met de andere publieke sectoren.

Werknemer, dat ben ik. Met nog een heleboel andere ambtenaren. Maar als het over ‘de werknemers’ gaat, dan worden meestal de vakbonden bedoeld. Die vertegenwoordigen mij, dat is ooit zo bepaald. Vroeger zal dat ook best zo geweest zijn. Maar het aantal leden van de vakbonden daalt al jaren. Het zijn er nog ongeveer 1,6 miljoen, op een werkzame beroepsbevolking van ongeveer 9 miljoen mensen, al was er in 2020 blijkbaar een lichte stijging.

Bron: CBS

Eén op de zes is dus nog maar lid van een vakbond. Ik heb het zelf eerlijk gezegd ook nog nooit overwogen. Als ik die ‘gestaalde kaders op de barricaden’ hoor praten voel ik me niet echt vertegenwoordigd. Maar toch zit daar de groep mensen die namens mij praat over mijn arbeidsvoorwaarden. Dat geeft te denken, maar ik weet zo snel ook niet hoe we dat anders kunnen organiseren.

Organisaties

Er is in Den Haag een mistig web van organisaties die zich bezighouden met de arbeidsvoorwaarden voor de publieke sector (inclusief de rijksoverheid). Na een middag lezen (lang leve het driedaagse weekend!) zie ik dat de Stichting Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) een centrale rol speelt. Dat was vanaf 1989 een zelfstandige organisatie binnen het ministerie van BZK, en is sinds 1 januari 1995 een ‘onafhankelijk dienstverlener’, los van het ministerie.

Er zijn allerlei ‘partners’ die samenwerken in de CAOP, zoals de eerdergenoemde SCO (de werknemers) en de kabinetswerkgevers en de ZPW . De CAOP krijgt voor een aantal taken subsidie van BZK. Dat is onder andere (artikel 2 lid 1 punt a sub 2°) voor kosten die direct samenhangen met de secretariële, inhoudelijke en administratieve ondersteuning van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (ROP) en de daaronder ressorterende commissies. De website van die ROP is nogal karig en verouderd, blijkbaar is de subsidie van BZK onvoldoende om ons goed te informeren. Ik lees wel dat de ROP het centrale overlegplatform is van de gezamenlijke sector-werkgevers en werknemers bij de overheid.

Dat is dus de polder, de plek waar het gebeurt.

Ik kan in elk geval één reden bedenken waarom het handig is om een stichting te gebruiken. Alles wat ik als ambtenaar doe kan openbaar gemaakt worden. Niet zelden vragen mensen daarom met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB). Maar alles wat er in zo’n ‘externe’ stichting gebeurt valt natuurlijk niet onder de WOB.

Maar goed. Die Stichting CAOP krijgt dus subsidie van partner BZK, en voert daarmee onder andere het secretariaat van de Raad voor Overheidspersoneel. Onder die ROP hangen een aantal overleggen. Daarvan zijn er in elk geval twee interessant voor mij als werknemer. Het Sectoroverleg Rijk, waar de werkgever BZK namens de ministeries en de werknemers vertegenwoordigd door de samenwerkende vakbonden praten over ‘mijn CAO’. En de Pensioenkamer, waar van alles gebeurt rond mijn pensioen. Maar daar ga ik nog wel een keer apart naar kijken.

Ik heb me ook nog even verdiept in hoe BZK dat doet, werkgever spelen. Want dat doet de minister echt niet allemaal zelf, die heeft daar personeel voor. Gewone mensen zoals Geldnerd. Er is bij dat ministerie een apart Directoraat-Generaal Overheidsorganisatie. Volgens artikel 4.4 van het Mandaatbesluit BZK omvat het mandaat (de bevoegdheid) van de directeur-generaal Overheidsorganisatie tevens de leiding van het overleg tussen werkgevers en werknemers in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid, en de leiding van het Sectoroverleg Rijk (paragraaf 26.1 van de CAO Rijk 2020). Die DGOO is dus een invloedrijke persoon op arbeidsvoorwaardengebied.

Maar ook die DGOO doet dat niet zelf. Die heeft ook weer personeel. Werkbijen die het echte werk doen. Binnen dat DGOO is een Directie Ambtenaar & Organisatie (DA&O). In de taakbeschrijving van die directie lees ik iets over werkgeverschap. Die schrijven dus vast en zeker de stukjes voor DGOO en de minister aan de onderhandelingstafel. En wie schrijft, die blijft.

ik heb geprobeerd er een leesbaar plaatje van te maken, want het is nogal veel…

Je komt overigens leuke dingen tegen als je gaat graven. Zo blijken er in onze CAO ook afspraken te zijn gemaakt over een Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds van het Rijk (A+O fonds Rijk). Dat A+O fonds Rijk is een onafhankelijke stichting van het Rijk als werkgever en de vakorganisaties die de werknemers vertegenwoordigen, en wil bijdragen aan betekenisvol werk, ontwikkeling en werkplezier van rijksmedewerkers, nu en in de toekomst. Ik had er nog nooit van gehoord. Maar er zal ook vast druk vergaderd worden om mij werkplezier te geven.

Wat is de inzet van de gesprekken?

Inmiddels wordt er weer druk gepraat over een nieuwe CAO voor 2021. Of eigenlijk werd er gepraat. Want afgelopen week hebben de vakbonden de onderhandelingen stopgezet nadat de werkgever een salarisverhoging bood van 1,0%. Maar er zijn wel standpunten uitgewisseld. De werkgever heeft hierover een brief gestuurd aan de bonden, die brief vind je op de website van de FNV. En uiteraard willen de bonden ook wat bereiken, hier de inzet van de FNV en hier de inzet van het CNV (inmiddels weggestopt achter een inlogscherm). Als ik die brieven zo lees dan zal het nog wel even duren voor er een akkoord is. Want de standpunten lopen nog wel een beetje uiteen.

Wat vindt Geldnerd ervan?

Eigenlijk is het best wel een heel circus dat er is opgetuigd rond die arbeidsvoorwaarden. Het is natuurlijk ook best ingewikkeld. Ik vind het wel opvallend dat er zo weinig transparantie is, ik heb echt wel een dagje zitten graven om alle informatie boven tafel te krijgen.

Ook merk ik dat ik best wel worstel met de rol van de vakbonden. Ja, er moet iemand zijn die de werknemers vertegenwoordigt. Maar ik voel mij niet vertegenwoordigd. En ik ben niet de enige, als ik kijk naar het aantal leden van de vakbonden versus de werkzame beroepsbevolking. Er gaat dus iets mis aan de werknemerskant van de polder. Iets waar ik ook niet meteen een oplossing voor weet.

Verder zit ik er zelf redelijk simpel in, in die arbeidsvoorwaarden. Ik ben eigenlijk vooral geïnteresseerd in het netto salaris dat ik ontvang (inclusief de extraatjes). Werktijd en verlof is ook belangrijk, ik vind het fijn dat ik zelf een werkrooster kan kiezen en de optie heb van een vierdaagse werkweek. En dat pensioen, dat is ook wel een dingetje. Maar zo’n A+O fonds Rijk? Dat vind ik toch vooral symbolisch. Ik ben zeker niet de enige ambtenaar die er nog nooit van gehoord had, bleek uit een kleine rondvraag onder directe collega’s.

Ik ga het in elk geval wel weer proberen te volgen, de rituele dans om een nieuwe CAO bij de Rijksoverheid.

Ben jij lid (geweest) van een vakbond? En wat vind jij van jouw arbeidsvoorwaarden?

Dit bericht heeft 8 reacties

  1. Wessel

    Doordat de vakbonden steeds zwakker worden veranderen de arbeidsvoorwaarden. Rijksambtenaren komen hier nog relatief goed uit, bij andere publieke organisaties gaan de arbeidsvoorwaarden snel achteruit.

    De pensioenpremies zijn inderdaad verhoogd en de pensioenuitkeringen zijn niet geïndexeerd. Toch halen de pensioenfondsen uitstekende rendementen. Het resultaat is dat wij gouden bergen in de pensioenfondsen bouwen. Ik vraag mij al langer af waarom niemand daar iets vreemds aan vind.

    Rendement ABP: https://www.abp.nl/over-abp/duurzaam-en-verantwoord-beleggen/resultaten.aspx
    Vulling pensioenfondsen tussen landen (kijk eens naar Duitsland): https://stats.oecd.org/Index.aspx?DatasetCode=PNNI_NEW

  2. Herminez

    Het probleem met vakbonden is dat ze zich vaak opstellen alsof er nog enorme werelden gewonnen moeten worden en dan ook nog op de manier die aan de linkerkant van het politieke spectrum ligt. De meeste mensen in Nederland zitten in het progressieve of conservatieve midden of zitten aan de rechterkant. Men herkent zich dus niet meer in vakbonden. Het zou goed zijn als vakbonden zichzelf opnieuw uit zouden vinden. Ook goed als werkgevers het lidmaatschap geheel of gedeeltelijk zouden vergoeden of dat de contributie van het bruto loon ingehouden zou kunnen worden. Zoals het nu is, gaat het niet wat worden.

    1. Wessel

      In de CAO spreken de vakbonden een vergoeding met de werkgevers af. De werkgevers vergoeden dus al een groot deel van de vakbondskosten.

      Vakbonden weten in mijn ervaring heel goed wat er op de werkvloer speelt. Een lagere organisatie graad betekent dat hun stem kleiner wordt, en daar handelen zijn ook naar.

      Waar is jouw idee over de opstelling van vakbonden op gebaseerd?

      1. Herminez

        Wat ik er van zie en lees op dit moment en wat ik er bij voel en ervaren heb in het verleden. Ben lid geweest van de Unie en heb daar niks aan gehad. Als ik kijk naar FNV en CNV en de manier waarop zij zich presenteren, dan word ik bevestigd in mijn beeld. Ik denk dat het grootste probleem van vakbonden op dit moment vergelijkbaar is met de problemen van de PvdA. De doelgroepen van weleer sterven langzaam uit. Ook een monteur van het één of ander is tegenwoordig minimaal op mbo niveau geschoold. De harde, vaak ongeschoolde, arbeid is overgenomen door machines (of mensen uit het Oostblok die sowieso niet lid worden van een vakbond hier). Mensen voelen zich geen arbeider meer en willen dus ook niet zo aangesproken worden.

  3. Piet Hein

    Bij het rijk, is het afgelopen jaren niet slecht geweest met CAO verhogingen en klopt dat het deels is opgegaan aan pensioenpremies.
    Gemeente ambtenaren komen er een stuk bekaaider vanaf.

  4. Marc

    Volgens mij is de vakbond het perfecte platform om jou als werknemer te vertegenwoordigen. Alleen, als je wilt dat zij jou vertegenwoordigen op een manier die jij wilt, moet je wel lid worden en actief je mening geven… De vakbond vervangen door een ander orgaan dat hetzelfde moet gaan doen klinkt mij als nutteloze energieverspilling.

  5. Bart

    Als relatief jonge Rijksambtenaar (28) hink ik op twee gedachten. Ik ben geen lid van een vakbond, maar wil wel graag invloed hebben op mijn arbeidsvoorwaarden. Het huidig loonbod van de werkgever van 1% corrigeert niet eens voor de inflatie, en mijn pensioen is nog ver weg maar juist daarom zou ik daar wat over willen kunnen zeggen (het ABP heeft al jaren niet kunnen indexeren, terwijl de premies blijven stijgen). Ook zou ik graag de mogelijkheid hebben om 40 uur te werken zolang dit bij mijn levensfase past, en hier een financiële vergoeding voor ontvangen. Dit in plaats van extra verlofuren opbouwen (ruim 25 dagen bovenop de 18 wettelijke verlofdagen per jaar).

    Aan de ene kant vind ik vakbonden een erfenis uit het verleden die hun beste tijd hebben gehad en verre van representatief zijn, alleen al gelet op de gemiddelde leeftijd van hun leden. Door lid te worden zou ik dit systeem bestaansrecht geven. Aan de andere kant zie ik geen alternatieve manier om inspraak te hebben, de vakbonden hebben het voor het zeggen… Herkennen jullie dit dilemma?

    1. Geldnerd

      Als rijksambtenaar tegen de 50 herken ik het dilemma volledig.

Reacties zijn gesloten.