Het kan je nauwelijks ontgaan zijn, afgelopen woensdag waren de verkiezingen voor onze Tweede Kamer. Het hoogste orgaan in ons democratisch bestel. En dus iets waar we niet te licht over zouden mogen denken.
Na weken waarin we werden doodgegooid met debatten en oneliners en reclames en social-media posts en peilingen en andere uitingen van mensen wiens koppen ik nu al zat ben (of al lang zat was), is nu het stof opgetrokken en zijn de rookwolken nedergedaald of zoiets. Eenieder werd wakker met een kater van vreugde of van verdriet of van de alcohol, en het politieke Haagse leven gaat gewoon weer verder in een nieuw hoofdstuk in de perpetuum mobile van het democratische politieke proces. Verkiezingen klaar, er moet een nieuw kabinet komen.
Persoonlijk vond ik het overigens een positieve ontwikkeling dat deze verkiezingen zo op stel en sprong georganiseerd moesten worden. Voordat de politieke partijen bekomen waren van de schrik, danwel vreugde, over de definitieve teloorgang van het kabinet Rutte-4 was de zomer al een heel eind voorbij. Toen moesten de campagnes nog georganiseerd en uitgevoerd worden. Dat had wel tot gevolg dat we vanaf begin november onszelf op de publieke omroep elke avond door meerdere uitzendingen in de zendtijd voor politieke partijen heen moesten worstelen, maar daar maakt een beetje afstandsbediening korte metten mee. En toen was het ineens al 22 november en mochten we naar de stembus. Vakje inkleuren, en we hadden onze democratische plicht weer gedaan.
Movers en shakers…
Het is natuurlijk ook nog eens Sinterklaastijd, dus de kranten grossierden in koppen met chocoladeletters om de uitslag te beschrijven. Die is al op een miljoenmiljard andere plekken beschreven, dus dat ga ik allemaal niet herhalen. Wel constateerde ik donderdagochtend dat de wind in Den Haag net iets guurder leek te waaien en dat de meeuwen net iets triomfantelijker leken te krijsen terwijl ze het land in trokken op zoek naar eetbaar vuilnis. Youp van ’t Hek vatte ook mijn gevoel goed samen in zijn wekelijkse column in de NRC afgelopen weekend: “2,3 miljoen mensen stemden op een geblondeerde meneer die ons parlement minacht, die minder-minder-Marokkanen wil, die de pers tuig van de richel vindt, die de godsdienstvrijheid wil afschaffen, die boeken wil verbieden, die de grenzen voor vluchtelingen wil sluiten en die alles wat met het klimaat te maken heeft klinkklare onzin vindt. En hij heult ook nog eens met de Russen.”
Want wie had er zo’n overwinning verwacht van de grootste waterstofperoxyde-gebruiker van Nederland? Die ons al jarenlang bestookt met anti-islam-rethoriek. Wiens partijprogramma bol staat van de ideeën die aantoonbaar niet kunnen en/of tegen de rechtsstaat ingaan en/of economisch zeer schadelijk kunnen zijn. Die vriendjes is met Poetin en die fijne constructieve democraat Orban uit Hongarije. En die hele groepen uitsluit. Goed, hij heeft zich een paar weken iets milder opgesteld en zijn toon gematigd, nadat de VVD de deur openzette voor hem (iets dat ik die partij niet snel nooit zal vergeven). Ik hoor bij de mensen die zich afvragen hoe lang dat gaat duren. Niet lang, vrees ik. Want de ochtend na de verkiezingen sprak hij alweer over een referendum om te bepalen of we wel in de EU zouden moeten blijven. Dat belooft niet veel goeds.
Als de Russen blij zijn met deze uitslag (laten we ook dit bezoek niet vergeten) en Orban als een van de eersten felicitaties stuurt dan mogen we ons als Nederlandse kiezers wel afvragen wat we aangericht hebben. Want wie wil er nou niet dat dit onze nieuwe beste vrienden worden (hint: ikke)? Veel mensen, niet alleen Aaf, hebben er slecht van geslapen, of werden bezorgd wakker. En dat is misschien niet helemaal onterecht. Want het stemt tot nadenken. En tot bezorgdheid.
Verbazing over zoveel domheid…
Ik heb me verbaasd gedurende de afgelopen campagne. Over de politici en over de kiezers. Er waait een gure xenofobe wind door Nederland. Hele bedrijfstakken groeien of bestaan ondertussen alleen nog bij de gratie van arbeidsmigranten. Om over de overige maatschappelijke kosten van vervuiling, van blokkendozen in het landschap tot vergiftiging van onze leefomgeving, nog maar te zwijgen. Toevallig (?) schreef het FD afgelopen donderdag over een rapport van vermogensbeheerder Schroders, dat laat zien dat er van de winst van Nederlandse beursfondsen helemaal niets over zou blijven als maatschappelijke kosten ook echt zouden meetellen. Nederlandse beursfondsen hebben voor elke euro die ze verdienen de grootste negatieve maatschappelijke impact van alle onderzochte landen. Het gevolg van politieke keuzes. Want niet kiezen is OOK kiezen….
We hebben in het Verenigd Koninkrijk kunnen zien wat er met de agrarische sector gebeurde toen dit goedkope arbeidspotentieel grotendeels wegviel na de Brexit. Ook in Nederland is de arbeidsmigratie veel groter dan de asielinstroom. In die zin vind ik het bijzonder dat een regio als het Westland, waar de tuinbouw draait op arbeidsmigranten, zo xenofoob gestemd heeft. Ik ben benieuwd wat er gebeurd als dadelijk alle kassen leeg staan omdat er niemand meer wil werken en de arbeidsmigranten door een kabinet Angst-I het land uitgejaagd worden.
Maar een discussie over de toegevoegde waarde van bepaalde soorten bedrijvigheid versus de maatschappelijke kosten zie ik nergens. Het is nog steeds groeien groeien groeien tot we eraan kapot gaan. Behalve de instroom van migranten. Die moet blijkbaar krimpen… En ga nou niet zeggen dat er een miljoen mensen op de bank zitten die niet willen werken, want ook dat klopt aantoonbaar niet.
Helaas lijkt het ook steeds meer alsof feiten er niet meer toe doen. Er zijn alleen nog maar emoties uit de onderbuik en de angst om dingen te verliezen. De verworvenheden van de democratische rechtsstaat worden te grabbel gegooid omwille van populistische oneliners. Ik werd beurtelings verdrietig en boos van zoveel domheid. Zeker toen ik die ook terug zag in de uitslag. Afgelopen donderdag voelde de wind rond de ministeries in Den Haag dus inderdaad net iets guurder dan de dag ervoor. En dat lag niet alleen maar aan de tijd van het jaar…
Wat ik bij de meeste politieke partijen vooral zie is een gebrek aan visie en hoop voor de toekomst. En waar ik erg bezorgd over ben is dat zoveel mensen stemmen op partijen die grote groepen mensen uitsluiten.
Opties voor coalities
Vroeger, dat waren nog eens tijden. Dan waren er na verkiezingen wel eens partijen met 40 of zelfs 50 zetels in de Tweede Kamer, en had je soms maar twee partijen nodig om een meerderheidscoalitie te vormen.
Hoe anders is het nu, met een Tweede Kamer met 15 partijen, en waarin de grootste politieke partij maar 37 zetels heeft, en er minimaal drie of vier partijen nodig lijken te zijn om een coalitie met een beetje een meerderheid te vormen… Eind oktober sprak Een Vandaag al de verwachting uit dat we wel eens een ‘horrorformatie’ zouden kunnen krijgen omdat er met een dergelijke versnippering nauwelijks een stabiel iets te formeren valt.
De VVD heeft natuurlijk snel gezegd dat ze nu niet in een kabinet willen gaan zitten. Maar ach, het zou niet de eerste keer zijn dat daar in een later stadium op wordt teruggekomen. Het aloude ‘het land moet toch bestuurd worden en we nemen onze verantwoordelijkheid en we zijn eigenlijk wel dol op het pluche‘-argument. We zullen het wel zien.
Ik gun ons wel een kortere formatie dan vorige keer. Rutte-3 en Rutte-4 grossierden in enorm lange formatieperiodes, zeker gezien in historisch perspectief. De uitslag en de eerste schermutselingen beloven wat mij betreft weinig goeds. En ondertussen wachten wij Haagse ambtenaren op richting….
Een groep individuen wordt niet vanzelf een team…
Geldnerd is ook niet heel optimistisch over de net aangetreden Tweede Kamer. Ik ben er ook helemaal niet zeker van dat deze verzameling van 150 individuen het wél vier jaar vol gaat houden.
In onze Tweede Kamer zitten twee (relatieve) nieuwkomers, te weten BBB en NSC. En één partij die, ook tegen de eigen verwachting in, meer dan verdubbeld is (de PVV). Het is in elk geval de eerste keer dat zij met zo’n grote fractie in de Tweede Kamer komen. De (recente) parlementaire geschiedenis leert ons dat jonge en snelgroeiende partijen vaak moeite hebben om een team te vormen en bij elkaar te houden. Vraag maar eens na bij Forum voor tegen Democratie en JA21, en wie herinnert zich de Lijst Pim Fortuijn (LPF) nog? Er is volgens mij dus een substantieel risico dat een coalitie met meerdere van deze partijen de komende periode gestaag afbrokkelt tot er geen werkbare meerderheid meer overblijft. Dan staan we dus binnen twee jaar weer bij het stembureau.
Ook bijzonder: de kieslijst van de PVV bevatte maar 45 namen, en daarvan zijn er 37 gekozen. Dat betekent dat de Grote Leider maar heel beperkt mensen uit de fractie door kan laten stromen naar een kabinet. Want je wil wel wat reservebank overhouden voor vertrekkers, zieken, en dergelijke…
Ook is er heel veel politieke en parlementaire ervaring vertrokken uit de Tweede Kamer. Daar gaan vooral wij Haagse ambtenaren last van hebben. Want voordat die hele nieuwe lichting (en al hun medewerkers en ondersteuners en adviseurs) weer ingewerkt zijn is het ook alweer bijna tijd voor nieuwe verkiezingen.
Lichtpuntjes
Zijn er dan verder helemaal geen lichtpuntjes in deze verkiezingen? Gelukkig wel. Wybren van Haga kan zich gewoon weer gaan richten op het melken van huisjes en het ontvangen van wachtgeld, want BVNL keert niet terug in de Kamer. Ook de voortdurend ruziezoekende oudjes van 50 Plus hebben geen zetel meer behaald. En van de drie ‘partijhoppers’ die zich een tijdje geleden met veel bombarie aansloten bij ’s lands favoriete (maar tegenwoordig iets minder populaire) tractorbestuurster is er maar eentje nu rechtstreeks gekozen. Eentje maakt nog kans als BBB aan het kabinet deel gaat nemen en wat mensen doorschuiven, maar de derde is (hopelijk) definitief exit. En de CDA-overloopster en voormalig Volendammer viswijfverkoopster die enkele maanden geleden nog triomfantelijk werd gepresenteerd als kandidaatpremier wordt dat gelukkig niet, zoveel staat wel vast. We wensen ze allemaal veel geluk in hun nieuwe functies elders. 😈
Waarom schrijf ik er dan toch over?
Ik heb natuurlijk eerst en vooral een financieel blog, al schrijf ik regelmatig ook over andere dingen die mij bezighouden. Waarom dan toch zo uitgebreid stilstaan bij de verkiezingen?
Nou… ‘You know the problem with political jokes? Sometimes, they get elected’. Deze wijsheid werd mij ooit meegegeven door een onderkoeld cynische Brit, en gezien hun politieke historie is er weinig cynisch meer aan deze wijsheid.
Maar ook in ons eigen kikkerlandje, dat zich vorige week nadrukkelijk achter de schijnveiligheid van de eigen dijken lijkt te hebben teruggetrokken, krijg ik steeds meer gevoel bij deze wijsheid. De afgelopen jaren is er in de politiek vooral heel veel op de persoon gespeeld, zijn er problemen op de lange baan geschoven, of is er getracht dingen op te lossen door er heel veel geld tegenaan te smijten. Zonder alteveel resultaat. Maar ondertussen bepalen de besluiten die onze 150 volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer nemen wel hoe ons land eruit ziet. Onze samenleving. Onze arbeidsmarkt. Ons sociale stelsel. Onze woningmarkt. Ons pensioenstelsel. Ons belastingstelsel. Dus ook ons aller financiële toekomst. En dat mogen we wat mij betreft best wel een beetje belangrijk(er) vinden. En er dus iets zuiniger op zijn.
Ben ik bang voor wat er nu gaat gebeuren? Niet direct. Ik heb, in tegenstelling tot veel kiezers, nog wel vertrouwen in onze grondwet, onze wetgeving, en de onafhankelijke instituties die daar voor staan. Dat kan ook de PVV niet in z’n eentje en in één kabinetsperiode veel aan veranderen. Bezorgd ben ik wel. Want er kan veel schade aangericht worden, in de politiek en maatschappelijk. En daar word ik erg verdrietig van.
Wat zijn jouw gedachten bij dit nieuwe hoofdstuk in onze vaderlandse politieke geschiedenis?