De FIRE Calculator is zeker mijn bekendste spreadsheet. Versie 4.1. is vorige week gepubliceerd. En daarbij kondigde ik al een extra blogpost aan. Waarin ik gedetailleerd inga op het Rekenmodel achter de FIRE Calculator. Welke aannames gebruik ik? Hoe voer ik de berekeningen uit? Op die manier kan iedereen zich een beeld vormen van de waarde van de berekeningen. Bij deze! Met ook een uitgebreide handleiding. Het is met ruim 4.400 woorden de langste blogpost die ik ooit geschreven heb.
Uitgangspunten
Zoals ik al diverse malen geschreven heb is het Nederlandse pensioensysteem het uitgangspunt van de FIRE Calculator. Vrijwel iedereen ontvangt op enig moment AOW. De meeste mensen, in elk geval de loonslaven, bouwen daarnaast pensioen op in een pensioenfonds via hun werkgever. Dan heb je dus, in elk geval in de pensioenfase, niet alleen je vermogen om van te leven. Je hoeft in Nederland niet 25 keer je jaaruitgaven bij elkaar te scharrelen om financieel onafhankelijk te zijn. In elk geval niet als je loonslaaf bent en pensioen opbouwt in de tweede pijler. Je vermogen vult het gat tussen stoppen met werken en het moment dat de pensioenen komen. En vult je pensioentje aan indien nodig.
De FIRE Calculator deelt jouw leven eigenlijk op in drie fasen. De eerste fase is het normale, werkende bestaan. Je hebt een inkomen uit werk, je hebt uitgaven, en je spaart een deel. Daarmee haal je een bepaald rendement en bouw je vermogen op. De derde fase is de pensioenfase. Je krijgt AOW, je krijgt mogelijk een pensioen uit de tweede pijler van het Nederlandse pensioenstelsel. Misschien ook een zelf opgebouwd aanvullend pensioen uit de derde pijler? En er kan natuurlijk ook nabestaandenpensioen binnenkomen.
Tussen het werkende bestaan en de pensioenfase zit het geheim van eerder stoppen met werken in Nederland. De fase waarin je jouw opgebouwde vermogen gebruikt om van te leven.
En dat alles kun je aanvullen met neveninkomsten (‘hosselen’). Ook kun je eenmalige meevallers en tegenvallers (bijvoorbeeld een verwachte erfenis of de aankoop van een toekomstige woning) meenemen in het model. En dat alles voor jezelf en een partner, waarbij je van geval tot geval kunt bekijken welke situatie je doorrekent. En het model probeert ook rekening te houden met de effecten van inflatie, salarisstijgingen en de indexering van pensioenen.
Onderstaande eenvoudige schematische weergave van deze drie financiële levensfasen, die ik voor het eerst gebruikte in deze blogpost uit september 2017, was uiteindelijk de basis voor het Rekenmodel en voor de grafiek die de FIRE Calculator oplevert.
Kristallen bol
Iedere persoon en zijn/haar financiële situatie is uniek. Er zijn dus miljoenen mogelijke persoonlijke financiële situaties, die je nooit allemaal kunt afvangen met één simpel Excel-modelletje. En we kijken naar de toekomst. Waarvan niemand zeker weet hoe die er uit gaat zien. Jouw eigen inkomen, de inflatie, het rendement op je beleggingen, de ontwikkeling van je pensioen, jouw relatie, het zijn allemaal onzekere factoren. We werken dus met aannames. Die kunnen uitkomen, maar we kunnen er ook grandioos naast zitten.
Elke aanname die je doet heeft invloed op de uitkomsten. Het is dus belangrijk om te begrijpen welke aannames er in het model zitten, en waarom we die zo doen. Door te ‘spelen’ met de aannames krijg je een idee van de effecten van verschillende ontwikkelingen. Wat gebeurt er als je een grote erfenis krijgt? Wat als we een tijdje een hele hoge inflatie hebben? Wat is het effect als je pensioen verlaagd wordt? Het zijn allemaal dingen die je kunt uitproberen in het Rekenmodel. Er is echter één ding dat je zeker niet moet doen. En dat is: de uitkomsten behandelen als exacte wetenschap. Want dat is het niet. Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid.
Hoe werkt het?
De spreadsheet is heel eenvoudig. Op het werkblad Dashboard vul je jouw gegevens en aannames in. Daarna klik je op de knop ‘FIRE Calculator’, en het systeem voert de berekeningen uit. Je krijgt een melding als die berekening klaar is. Dan is er ook een grafiek verschenen op het werkblad Grafiek. Op het werkblad Data staan dan de uitkomsten van de berekeningen, per jaar. De kolomtitels spreken grotendeels voor zichzelf, hoop ik. De werkbladen Grafiek en Data worden altijd volledig gewist en opnieuw opgebouwd als je op de knop ‘Fire Calculator’ drukt.
Werkblad Dashboard
Het Dashboard begint met twee algemene variabelen: vanaf welk jaar wil je de berekeningen laten beginnen? Meestal zal dat het huidige jaar zijn. En wat verwacht je als gemiddelde inflatie voor de rekenperiode. Zelf werk ik meestal met 2,2%, dat is ongeveer de gemiddelde inflatie over de afgelopen decennia.
Daarna kun je een aantal variabelen invullen voor een ‘Persoon 1’ en ‘Persoon 2’. Door het vinkje boven de persoon aan te zetten zorg je dat die persoon wordt meegenomen in de berekeningen. Zet je het vinkje uit, dan blijft de persoon buiten beeld. Per persoon kun je dezelfde set variabelen meenemen.
Allereerst wat Persoonlijke variabelen:
- Je wordt gevraagd om een Gemiddeld Rendement op te geven. Dit is het percentage rendement dat je jaarlijks verwacht te maken op jouw vermogen. Het helpt als je dit voor de afgelopen jaren in beeld hebt. Het wordt voor de meeste mensen natuurlijk beïnvloed door de spaarrente, het rendement op de aandelenmarkten en de ontwikkelingen op de woningmarkt. Je kunt dit per persoon opgeven. In Huize Geldnerd is het bijvoorbeeld zo dat Vriendin iets meer spaargeld aanhoudt en minder belegt dan Geldnerd zelf. Op de langere termijn heb ik dus een iets hoger verwacht gemiddeld rendement dan Vriendin. Ik reken zelf met mijn gemiddelde rendement NA vermogensrendementsheffing.
- Ook word je gevraagd om je Geboortedatum. Die wordt onder andere gebruikt om samen met je Levensverwachting (in jaren) te berekenen voor welke periode het Rekenmodel moet werken, en of één van de twee partners eventueel recht gaat hebben op Nabestaandenpensioen (zie ook verderop onder de pensioenfase). Zelf reken ik meestal met een levensverwachting van 90 jaar voor zowel Vriendin als mijzelf, maar het is een interessante (en confronterende) exercitie om daar eens wat hogere en lagere getalletjes in te vullen. Niet onverwacht: als je eerder doodgaat heb je minder vermogen nodig om financieel onafhankelijk te zijn, maar je kunt er korter van genieten.
- Tenslotte word je gevraagd om je Vermogen (in Euro) op het moment dat de berekeningen starten. Ik reken daarbij met mijn hele vermogen, dus inclusief mijn aandeel in onze eigen woning. Ik weet dat er ook mensen zijn die alleen rekenen met hun vrij beschikbare vermogen. Dat is een persoonlijke keuze. Voor beide is iets te zeggen.
Daarna komt de input voor de Opbouwfase, de fase waarin je ‘gewoon’ werkt en (hopelijk) vermogen opbouwt. Ten eerste wordt hier gevraagd om een Netto Jaarinkomen in Euro. Ook wordt er gevraagd om een verwachte Inkomensstijging in percentage per jaar. Als je na berekening op het werkblad Data kijkt, dan zal je zien dat jouw inkomen na het eerste jaar telkens verhoogd wordt met dit percentage. Als rijksambtenaar ben ik erg voorzichtig hiermee, ik reken met een percentage van de helft van de inflatie. Mijn werkgever is niet zo scheutig, en in de praktijk valt het met de optelsom van pensioenpremies en belastingmaatregelen nog wel eens tegen. Probeer zo compleet mogelijk te zijn met jouw Netto Inkomen, reken dus ook vakantiegeld en eventuele eindejaarsuitkeringen en bonus mee.
Hier geef je ook een gemiddeld jaarlijks Spaarpercentage op, in procenten per jaar. Het Rekenmodel gebruikt dit om te bepalen welk deel van jouw salaris je uitgeeft, en welk deel je spaart en dus toevoegt aan je vermogen.
Daarna volgt een setje variabelen voor de FIRE-fase. Allereerst wordt gevraagd om het jaar waarin je wilt stoppen met werken. Dat is het jaar waarin het Rekenmodel stopt met kijken naar jouw inkomen en spaarpercentage. Het uitgangspunt wordt nu de hoeveelheid Eurootjes die je aangeeft bij Benodigd per jaar. Dat bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met de inflatie. Het Rekenmodel kijkt naar de inkomsten die hier tegenover staan (hierover zometeen meer) en het tekort wordt aangevuld vanuit je vermogen.
Een van de inkomsten tijdens en na het werkzame leven zijn de Neveninkomsten. Hosselen, kleine baantjes (als Barista?), een webshop, dat soort dingen, Je kunt hier aangeven hoeveel je hier per jaar mee verwacht te verdienen, in welk jaar dat start (Startjaar) en in welk jaar je hiermee verwacht te stoppen (Eindjaar). Maar je kunt het ook leeg laten.
De andere inkomsten na het werkzame leven zijn (uiteraard en hopelijk) de verschillende pensioenpijlers:
- Ten eerste is daar natuurlijk de AOW. Het Rekenmodel vraagt om een verwacht bedrag aan Netto AOW per jaar in Euro, en om de huidige verwachte AOW-datum. Van beide kun je voor jouw persoonlijke situatie een idee krijgen op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
- Daarnaast bouwen veel mensen via hun werkgever (verplicht) pensioen op bij een pensioenfonds. In mijn geval is dat de Algemene Bodemloze Put (ABP). Ook hier vraagt het Rekenmodel om een verwacht Netto pensioen per jaar in Euro zoals je dat tot op dit moment hebt opgebouwd, en een verwachte datum waarop dat voor het eerst uitbetaald gaat worden.
- Ook vraagt het model om jouw (meest recente) A-factor. Dat bedrag vind je (net als de voorgaande twee getalletjes) in het meest recente Uniform Pensioenoverzicht (UPO), het pensioen-jaaroverzicht dat een pensioenfonds jou jaarlijks verplicht moet toesturen en dat de meeste mensen ongelezen in een mapje ‘pensioenen’ schijnen te stoppen, of zelfs weggooien. Die A-factor is de jaarlijkse groei van jouw pensioen, en wordt in het Rekenmodel gebruikt om een inschatting te maken hoeveel pensioen je nog op zult bouwen totdat je stopt met werken. En dan komt er ook weer een gevaarlijke aanname. Je wordt geacht een inschatting te maken van de Verwachte Jaarlijkse Indexering (in procenten) van jouw pensioen. Voor mij als ABP-deelnemer is het al weer heel lang geleden dat mijn pensioen geïndexeerd is. Ik zou dus eigenlijk als ik heel eerlijk ben met nul moeten rekenen. Maar ik ben een optimistisch mens en reken met 0,5% per jaar. Of het dat gaat worden? We zullen zien. Maar ook dit is een factor waarmee je jezelf gemakkelijk rijk kunt rekenen. Dus beter voorzichtig dan te optimistisch.
- Ook een zelf opgebouwd aanvullend pensioen uit de derde pijler kun je opnemen in het model. Ook hier weer de de vraag naar een verwachte Netto uitkering per jaar in Euro. En je moet er een Startjaar van de uitkering en een Looptijd in jaren voor opgeven.
- En tenslotte het Nabestaandenpensioen, waarbij je ook weer een Verwachte jaarlijkse uitkering in Euro’s opgeeft. Die wordt sinds versie 4.1. op twee mogelijke manieren benut, daarover verderop meer. Hier kun je (optioneel) een Startjaar opgeven, en (ook optioneel) een Verwachte Jaarlijkse Indexering van de uitkering.
Net als de Neveninkomsten zijn de Pensioeninkomsten optioneel. Vul je niks in, dan worden ze niet meegerekend. Niet iedereen heeft immers een neveninkomsten of een pensioen in de tweede of derde pijler, of recht op nabestaandenpensioen.
Sinds versie 2 kun je ook een aantal verwachte meevallers (eenmalige inkomsten) of tegenvallers (eenmalige uitgaven) meenemen in het Rekenmodel. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een verwachte erfenis (die zijn niet altijd te plannen, dat weet ik…), de verwachte opbrengsten van de verkoop van een woning, of eigen geld dat je inbrengt bij de aankoop van een toekomstige woning.
Voor deze mee- en tegenvallers geef je in het tabelletje op het Dashboard in elk geval een Jaartal en een Bedrag (positief voor inkomsten, negatief voor uitgaven) op. Je kunt ook een Omschrijving opgeven, maar dat is alleen zodat je zelf nog weet wat de bedoeling was. Met die omschrijving wordt niets gedaan in het Rekenmodel.
Op dit moment kan het Rekenmodel maximaal 10 Mee- en Tegenvallers aan. Dat heb ik zo geprogrammeerd in de software. Je kunt het eenvoudig zelf aanpassen. In de macrocode staat een variabele ‘MaxWindfalls’ die momenteel de waarde 10 heeft. Maar daar kun je ook 20 of 100 of 1.000 van maken als je dat wilt.
Werkblad Data
In het werkblad Data staat iedere regel voor een jaar, de jaren zie je links. Vervolgens zie je per inkomens- en uitgavenstroom per persoon de situatie doorgerekend in de kolommen. Boven elke kolom staat een titel zodat je kunt zien wat er in de betreffende kolom te vinden is. Aan de rechterkant van het werkblad Data zijn twee kolommen voor het gezamenlijk vermogen en het bedrag dat daar gezamenlijk jaarlijks uit opgegeten wordt (of aan toegevoegd wordt). Dit zijn noodzakelijke hulpkolommen voor het maken van de grafiek.
Als je de optie ‘Automatisch Berekenen’ aan hebt staan (ga in Excel naar het Formules lint en kies daar voor Berekeningsopties), dan worden handmatige aanpassingen die je doet op het werkblad Data automatisch verwerkt en zichtbaar in de grafiek. Je kunt alleen zwartgekleurde kolommen aanpassen. De roodgekleurde kolommen bevatten formules, als je die handmatig aanpast verstoor je het Rekenmodel. Dan kun je natuurlijk gewoon weer op de knop ‘FIRE Calculator’ drukken en wordt de hele pagina opnieuw opgebouwd. Maar je eigen aanpassingen ben je dan kwijt.
De spreadsheet heeft geen ‘geheugen’, er is geen optie om een favoriet scenario te bewaren of zo. Dat zou ook een beetje ingewikkeld zijn in Excel. Wel kun je natuurlijk de naam van het werkblad Data veranderen zodat die niet gewist wordt, of de hele spreadsheet onder verschillende namen opslaan.
Het Rekenmodel
Wat gebeurt er als je op die knop ‘Fire Calculator’ op het Dashboard drukt? Er start dan een behoorlijk omvangrijke macro die als eerste een aantal controles uitvoert. Je krijgt een foutmelding als je een parameter niet hebt ingevuld die wel essentieel is voor de werking van het Rekenmodel. Het weglaten van het startjaar, de inflatie, of de geboortedatum of het verwachte rendement, of het startvermogen per aangevinkte persoon bijvoorbeeld. Ook de levensverwachting, het netto inkomen, de verwachte loonstijging, het spaarpercentage, het jaar dat je wilt stoppen met werken en het bedrag dat je daarna jaarlijks verwacht uit te geven zijn essentiële parameters.
Ook zijn er wat kruiscontroles voor de neveninkomsten. Als je neveninkomsten invult, dan moet je daar ook een startjaar en eindjaar opgeven. En bij een aanvullend pensioen (pijler 3) moet je naast een verwachte uitkering ook een startjaar en een looptijd opgeven.
Vervolgens worden, op basis van de instellingen op het werkblad Dashboard, een hele serie berekeningen uitgevoerd. Dat gebeurt per persoon, en daarna per kolom. Maar eerst worden de kolomtitels geplaatst en de reeks jaren (kolom A) opgebouwd. Per persoon wordt dan als eerste de kolom met leeftijd per jaar gevuld.
Daarna begint het Rekenmodel van links naar rechts, en per kolom van boven naar beneden, de kolommen te vullen voor de aangevinkte personen.
Ten eerste de kolom met het verwachte netto inkomen per jaar. Voor jaar 1 is dat het inkomen dat je op het Dashboard hebt aangegeven. Voor jaar 2 is dat het inkomen van jaar 1 vermenigvuldigd met ( 1 + Verwachte jaarlijkse loonstijging). Voor jaar 3 is het vervolgens het inkomen van jaar 2 vermenigvuldigd met ( 1 + Verwachte jaarlijkse loonstijging). En zo voorts. Dit duurt tot aan het jaar waarin je wilt stoppen met werken. Als je op het Dashboard opgeeft dat je in 2030 wilt stoppen, dan wordt de kolom Inkomen gevuld tot en met 2029.
Voor alle jaren waarin er een inkomen is, worden vervolgens de kolommen Uitgaven en Sparen gevuld. De kolom Sparen voor jaar T wordt berekend door Inkomen (jaar T) maal Spaarpercentage te nemen. De kolom Uitgaven voor jaar T wordt berekend door Inkomen (jaar T) maal ( 1 -Spaarpercentage ) te nemen. Hier zit een opletpuntje in het model. Uitgaven stijgen vaak mee met de inflatie (of levensstijlinflatie). Dat wordt dus niet meegenomen in het model. Je uitgaven stijgen in het Rekenmodel mee met het inkomen, niet met de inflatie.
De volgende kolom die gevuld wordt zijn de Mee- en Tegenvallers. Die worden meegerekend bij Persoon 1 als die geselecteerd is. Als alleen Persoon 2 ‘aan’ staat dan worden ze meegerekend bij Persoon 2. Het Rekenmodel loopt door de tabel op het Dashboard heen en plaatst de bedragen in de juiste jaren.
Daarna gaan we naar de Neveninkomsten. Van het Beginjaar tot en met het Eindjaar worden de neveninkomsten opgenomen op het werkblad Data. Deze worden niet geïndexeerd voor de inflatie. Als je dus stijgende (of juist dalende) neveninkomsten verwacht, dan zal je dat handmatig aan moeten passen op het werkblad Data in de juiste kolom.
Na deze relatief eenvoudige kolommen wordt het iets ingewikkelder. Want we gaan naar de pensioeninkomsten toe.
Als eerste de AOW-uitkering, pijler 1 van het Nederlandse pensioenstelsel. Deze wordt ingevuld vanaf het jaar dat je er recht op hebt. Als jij als AOW-datum 1 november 2045 opgeeft, dan wordt de AOW ingevuld voor het hele jaar 2045. Ik weet dat dit een onnauwkeurigheid is in het Rekenmodel, maar het is een relatief klein effect vergeleken met de effecten van een te hoge of te lage inflatie of verwachte salarisverhoging.
De AOW wordt in het Rekenmodel jaarlijks geïndexeerd met de opgegeven verwachte inflatie. Als jij dus als AOW-datum 2045 hebt opgegeven, dan wordt er ten opzichte van 2021 nog ( 2045 – 2021 + 1 = ) 25 keer geïndexeerd. In 2045 zie je dus de Netto AOW per jaar maal ( 1 + Inflatie ) tot de macht 25. In 2046 komt daar weer een inflatie bovenop, enzovoorts. Ook hier dus een aanname, namelijk dat we in Nederland de inflatie blijven indexeren.
Voor het opgebouwde pensioen in pijler 2 is het nog iets ingewikkelder. Het vertrekpunt is het tot nu toe reeds opgebouwd Netto Pensioen per jaar dat is opgegeven. Allereerst wordt er gekeken hoeveel jaar je nog werkt vanaf de start van het Rekenmodel. Dat zijn Pensioenjaren die je nog opbouwt.
Het Rekenmodel kijkt vervolgens naar het eerste jaar waarop het pensioen uitbetaald gaat worden. Ook hier weer: als jij als pensioendatum 1 november 2045 opgeeft, dan wordt het pensioen ingevuld voor het hele jaar 2045. In de formule zit verder nog een bruto/netto berekening. Er wordt op dit moment van uitgegaan dat 70% van jouw A-factor uiteindelijk in je netto pensioenuitkering terechtkomt. Ook die is hard geprogrammeerd in de macrocode met de variabele ‘AFactorNetto’, die momenteel de waarde 70 heeft. Maar ook die kun je naar hartenlust aanpassen in de code.
De formule voor het Netto Pensioen in het eerste jaar van uitbetaling is dan:
En voor elk daaropvolgend jaar wordt het pensioen aangepast met de verwachte Jaarlijkse Indexering zoals opgegeven op het Dashboard.
Hier zitten dus belangrijke aannames en onzekerheden in. De bruto/netto berekening kan veranderen door toekomstige wetgeving. Sowieso kijk ik vol spanning uit naar de invoering van het nieuwe pensioenstelsel, die gaat zeker impact hebben. Maar ook de verwachte indexering is een onzekere factor. Mijn ABP-pensioen is sinds 2010 niet meer geïndexeerd. En ook de A-factor kent onzekerheden. Dat is jaarlijks een resultante van jouw inkomen, een franchise, een opbouwpercentage en een deeltijdpercentage. Hoe die er de komende jaren uit gaan zien weet niemand. Daarmee worden de uitkomsten niet waardeloos, we gebruiken de meest actuele informatie. Maar er zijn wel onzekerheden die maken dat de uitkomsten van het Rekenmodel zeker geen harde garanties geven.
Het zelf opgebouwde Aanvullende Pensioen uit pijler 3 is dan wel weer eenvoudiger. Vanaf het Beginjaar tot en met het einde van de Looptijd wordt de Verwachte Jaarlijkse Uitkering opgenomen op het werkblad Data. Deze worden niet geïndexeerd voor de inflatie. Als je dus stijgende (of juist dalende) uitkeringen verwacht, dan zal je dat handmatig aan moeten passen op het werkblad Data in de juiste kolom.
En dan het Nabestaandenpensioen. Het is afhankelijk van de situatie hoe dit verwerkt wordt in het model.
Bij een situatie met Persoon 1 en Persoon 2 wordt een afhankelijkheid verondersteld. Die houdt in dat Persoon 2 voor de rest van zijn/haar leven recht krijgt op Nabestaandenpensioen als Persoon 1 overlijdt, en andersom. Als er maar één persoon is aangevinkt, dan wordt er gekeken naar het Startjaar dat is opgegeven. Is er geen Startjaar, dan wordt het Nabestaandenpensioen voor elk jaar van het rekenmodel meegenomen. Is er wel een Startjaar, dan wordt het Nabestaandenpensioen vanaf het Startjaar meegenomen. In alle gevallen wordt het Nabestaandenpensioen jaarlijks geïndexeerd met de Verwachte Indexering, op dezelfde manier als dat de AOW geïndexeerd wordt met de inflatie en het Pensioen uit pijler 2 ook geïndexeerd wordt met een Verwachte Indexering.
Nu we alle pensioen- en inkomensopties doorgerekend hebben, wordt het tijd voor de uitgaven. Op het Dashboard is bij de FIRE Fase gevraagd naar wat je verwacht jaarlijks uit te geven in Euro’s van vandaag (Benodigd per jaar). Ook dit is een belangrijke maar zeer onzekere inschatting. Dit getal is de basis voor de jaarlijkse uitgaven vanaf het moment dat je stopt met werken. Dit bedrag wordt, vanaf het startmoment van het Rekenmodel, wel jaarlijks aangepast met de inflatie (in tegenstelling tot de uitgaven terwijl je werkt). Als je over 10 jaar verwacht te stoppen met werken, dan heb je al 10 jaar inflatie voor de kiezen gehad. De formule is heel eenvoudig:
En nu wordt het echt spannend. Want nadat je stopt met werken heb je dus jouw (voor inflatie gecorrigeerde) verwachte jaarlijkse uitgaven. Die hopelijk (grotendeels) gedekt worden uit je Neveninkomsten plus één of meer pensioenuitkeringen. Als dat zo is: Hoera! Je hebt voldoende inkomen om van te leven en hoeft jouw vermogen niet aan te spreken. Maar meestal, zeker als je eerder stopt met werken, is dat niet het geval. De optelsom van je neveninkomsten en pensioenuitkeringen is ontoereikend, en dit verschil moet je aanvullen uit jouw vermogen. Dit berekenen we in de volgende kolom, genaamd Uit Vermogen. De formule is eenvoudig maar wel uitgebreid:
En daarna kunnen we per jaar het Eigen Vermogen berekenen. Dat begint vanuit het Startjaar met het Beginvermogen dat je op het Dashboard hebt opgegeven. Daarbij wordt er telkens de helft van de vermogensgroei voor dat specifieke jaar bij opgeteld en vermenigvuldigd met ( 1 + Verwacht Rendement). De andere helft van de vermogensgroei voor dat specifieke jaar wordt er bij opgeteld zonder rendement. Op die manier voorkom je dat je jezelf rijk rekent. Je hebt immers niet je hele gespaarde bedrag voor dat jaar in één keer beschikbaar op 1 januari en kunt er dus niet volledig rendement op maken, het Rekenmodel veronderstelt een gelijkmatig spaargedrag over het hele jaar. En voor de jaren nadat je stopt met werken is het vermogen afhankelijk van wat je aan het vermogen toe kunt voegen of moet onttrekken om jouw uitgaven te kunnen doen. Dat leidt tot de volgende formule
Die hele trits aan bewerking hierboven wordt, indien nodig, ook nog herhaald voor Persoon 2. En daarna is het tijd om de uiteindelijke balans op te maken. Daarvoor hebben we nog twee eenvoudige berekeningen nodig. Beide kolommen zijn van belang voor de samenstelling van de grafiek
Allereerst berekenen we het Totaal Eigen Vermogen. Dat is voor elk jaar gelijk aan Eigen Vermogen Persoon 1 plus Eigen Vermogen Persoon 2. Als dit kleiner is dan nul dan wordt het veld leeg gelaten. Je hebt dan geen Vermogen meer.
Hier zit dus ook weer een belangrijke aanname in als je de berekeningen voor twee personen doet. Je gebruikt het vermogen samen. Het maakt dus niet uit als één persoon een negatief eigen vermogen heeft, het wordt pas een probleem als de optelsom van de beide vermogens negatief is. Wil je jullie vermogens strikt gescheiden houden, dan zal je twee afzonderlijke berekeningen moeten maken voor ieders persoonlijke situatie.
Daarnaast berekenen we de Totale Dekking Uit Vermogen. Dit is de optelsom van wat beide personen in jaar T uit hun vermogen nodig hebben (of aanvullen) voor de dekking van de uitgaven.
Hierna wordt de Grafiek opgebouwd. Die is eenvoudig, een samenstel van een vlakkengrafiek en een lijngrafiek op twee y-assen. Daar ga ik dus maar niet meer uitgebreid op in, deze blogpost is al te lang. Complimenten als je tot hier gekomen bent.
Hoe lees je de grafiek?
De opbouw van de grafiek is niet wezenlijk veranderd sinds versie 1. De grafiek heeft twee y-assen. De linker as hoort bij de vlakken, die de inkomenscomponenten weergeven. In de legenda (die tegenwoordig aan de rechterkant van de grafiek staat) kun je zien welke dat zijn. De rechter as hoort bij de rode lijn, die je vermogensopbrengst weergeeft. Als de rode lijn ophoudt, dan is je Vermogen op. Het geel/oranje vlak is het deel van je inkomen dat je uit je vermogen moet halen. Dat is in onderstaand voorbeeld je hele inkomen nadat je stopt met werken, en de aanvulling op je AOW en pensioen in de pensioenfase. Nadat de rode lijn opgehouden is, kom je het geel/oranje deel dus tekort.
Onderstaand een eenvoudige voorbeeldgrafiek voor één persoon. Deze persoon stopt in (eind) 2025 met werken, en leeft dan van vermogen. Vanaf 2041 ontvangt deze persoon AOW en Pensioen. Maar het vermogen is naar verwachting op in 2057. Of dat erg is en betekent dat die persoon niet in 2025 kan stoppen met werken? Goede vraag. Onderstaande grafiek gaat uit van een inflatie van 2,2%, een indexering van 0,5% en een jaarlijkse salarisstijging van 1,1%. Jaarlijks netto inkomen is € 35.000, spaarpercentage 40%. Verwacht benodigd om van te leven is € 20.000. Beginvermogen is 100.000 per eind 2017, de persoon is geboren in 1970.
Historie en Download
Voor nadere informatie kun je ook nog eens terugklikken naar de introductie van de originele FIRE Calculator 1.0. In versie 2.0 werd de mogelijkheid geïntroduceerd om gegevens van partners en eenmalige meevallers zoals erfenissen mee te nemen. En in versie 3 kon je voor het eerst neveninkomsten meenemen. Versie 4 gaf meer flexibiliteit om dingen zelf aan te passen en versie 4.1 verbeterde de functionaliteit voor het nabestaandenpensioen. De meest recente versie van de FIRE Calculator is te vinden op de Downloads pagina.
Wanneer kun jij stoppen met werken? En heb je nog verbetervoorstellen voor de FIRE Calculator? Mail mij dan!
Update: Groeigeld heeft nog een foutje gevonden, zie de reacties. Dat is inmiddels hersteld in versie 4.1.2, te vinden op de Downloads-pagina.
Ha Geldnerd, dank voor deze longread. Een hele tijd geleden heb ik eens de fire calculator ingevuld en nu heb ik de nieuwste versie nogmaals ingevuld. Dank voor het delen! Het maakt mijn persoonlijke financiele situatie inzichtelijker door de grafiek. Fire is voor mij een reservewiel. Ik zou het mooi vinden om de keuze te hebben om eerder te kunnen stoppen met werken. Vorig jaar heb ik de keuze gemaakt. Ga ik voor fire of niet? Ik werk fulltume. Ik ben single. Mijn huis is afgelost. En ik heb weinig geld nodig om te kunnen leven. Mijn keuze is om voor fire te gaan met een heel eenvoudig plan. Mijn plan is de regel van 25 keer mijn jaaruitgaven te hanteren en dat bedrag te delen door 100. Nu spaar ik elke maand 1% van het totaalbedrag. Dus in 100 maanden zou ik in theorie fire kunnen zijn. Bij het maken van de jaarlijkse begroting hoop ik de bedragen indien nodig bij te stellen. De eenvoud van mijn eigen plan is dat het zo lekker simpel is en daarom ben ik je dankvoor met fire calculator die daarnaast mij nog beter inzicht geeft.
Hallo Geldnerd, dank je voor de toelichting! Het is een erg handig model om een goed beeld te krijgen van waar je staat. een paar vragen:
Ik vind je keuze om je woningwaarde mee te nemen in je vermogen een interessante (had dat zelf tot nu toe niet gedaan). Deze keuze heeft natuurlijk gevolgen voor een aantal aspecten: bijvoorbeeld (1) hoe ga je dan om met de rendementsberekening? Reken je dan ook met een groei van x% over je woningwaarde? En (2) in de fire/pensioen fase ga je over het algemeen je vermogen ‘opeten’. Ga je er dan vanuit dat je je huis verkoopt om de waarde ‘opneembaar’ te maken?
Daarnaast nog een vraag over de uitgaven. De aanpak daarvan verschilt tussen de opbouw fase (obv inkomen-wat je spaarbedrag is) en de fire/pensioen fase (op basis van een bedrag wat je opgeeft wat dan geïndexeerd wordt). Waarom gebruik je ook in de opbouw fase niet een bedrag wat geïndexeerd wordt en wat dan qua ontwikkeling gewoon doorloopt ook gedurende de fire/pensioen fase?
Dank voor je reactie! Inzake jouw vraag over de keuze om de woningwaarde mee te nemen: Wij gaan er inderdaad van uit dat we ook gaan verhuizen als we stoppen met werken. We wonen hier omdat we hier in de buurt werken. Als ik de FIRE Calculator voor onze situatie invul reken ik dus met het vermogen inclusief woningwaarde. En bij de mee/tegenvallers zet ik voor het jaar nadat we stoppen een grote uitgave om een andere woning te kopen.
Voor de waardering van onze woning in mijn vermogen gebruik ik de WOZ-waarde. En ik reken van alles uit, maar niet een rendement over mijn eigen vermogen. Ik kijk naar vermogensgroei, en ik bereken wel het rendement over mijn beleggingsportefeuille (om te kijken of dat in de buurt van de markt als geheel blijft, maar in een rendement op mijn eigen vermogen ben ik momenteel niet geïnteresseerd. Dat zou wel een resultante zijn van de verandering van de WOZ en mijn beleggingsportefeuille (en dat tientje rente op mijn spaargeld).
Maar goed, dat is onze keuze. Andere mensen doen het weer anders, dus ik snap goed dat er ook mensen zijn die rekenen met hun vermogen zonder de woningwaarde.
Dan nog jouw vraag over de uitgaven. De aanpak verschilt inderdaad tussen de opbouwfase en daarna. Dat is ook gebaseerd op de aanname dat je leven verandert als je stopt met werken, en dus ook jouw uitgaven. Ik heb (had, pré-corona), bijvoorbeeld een stevig zakelijk kledingbudget en gaf ook redelijk wat uit aan lunches, koffietjes en borrels met collega’s. Dat zijn allemaal dingen die veranderen als ik stop met werken.
Allereerst bedankt voor de mooie update van je tool! Ik ben ermee aan het spelen en heb een foutje/verbetering ontdekt. Bij de 3e pijler geef je aan dat je 0 kunt invullen voor een oneindige aanvulling. Dit werkt echter niet. De waarde uit je cel (Pillar3RunTimeP1) wordt in de macro ook niet speciaal behandeld. Als je nul invult, krijg je dus maar 1 jaar dit aanvullend pensioen.
Mocht ik nog meer verbeteringen vinden, dan laat ik het wel even weten.
Dank voor je bericht! Inderdaad zat er nog een foutje in de formules en werd ‘looptijd = 0’ niet correct verwerkt. Ik heb zojuist versie 4.1.2 online gezet waarin dit verholpen is.
Helemaal top, bedankt!
Ik vraag me af of je het nabestaandenpensioen wel goed behandelt. Naar mijn idee staat er in UPO’s een nabestaandenpensioen, maar dit is het pensioen wat de nabestaande krijgt als zijn/haar partner nog tijdens het werkzame leven overlijdt. Dit pensioen krijg je niet als nabestaande wanneer zijn/haar partner eerst stopte met werken en daarna pas overlijdt. Bij veel pensioenen kun je er voor kiezen om een pensioenbedrag aan je partner te laten uitkeren als jijzelf overlijdt terwijl je al met pensioen bent. Vaak is dit hetzelfde bedrag als wat je voor je overlijden krijgt. Maar dat is dus een ander en meestal lager bedrag dan wat er op het UPO bij nabestaandenpensioen vermeld wordt.
Het klopt dat de manier waarop hiermee wordt omgegaan verschilt per pensioenregeling. Maar dat kan ik helaas niet allemaal in mijn spreadsheet inprogrammeren. Het is daarom zaak om je altijd goed te verdiepen in de voorwaarden van de financiële producten die je hebt (pensioen en nabestaandenpensioen zijn ook financiële producten) en zeker te weten dat wat je invult in de FIRE Calculator wel kan.