
Ik heb iets over het hoofd gezien. En het raadsel van mijn pensioengevend salaris is daarmee opgelost. Maar er blijven nog wel wat aandachtspunten over… Vorige week schreef ik over mijn pogingen om de cijfertjes op mijn salarisbrief te verklaren. Die, tot mijn grote frustratie, niet succesvol waren. Op dat moment was ik al een week of vier aan het corresponderen met de personeels- en salarisadministratie van de Rijksoverheid. Wat me ook een beetje ergerde. Want ik vind er al wat van dat dingen niet transparant en eenvoudig herleidbaar zijn. Maar dat de mensen ‘die erover gaan’ ook niet in staat zijn om snel en eenvoudig uit te leggen hoe iets in elkaar zit, vind ik een zorgwekkende ontwikkeling.
Tijdens mijn zoektocht naar antwoorden kwam ik onder andere terecht op de website ABPpensioen.nl. Zeer leerzaam en nuttig, maar verre van geruststellend. En toen las ik ook nog een artikel in het FD over een debat tussen de Tweede Kamer en minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die verantwoordelijk is voor de pensioenen. Dat debat ging over fouten in de pensioenadministraties. Het versterkt allemaal mijn beeld dat we de dingen veel te complex maken om maar te proberen om iedereen tevreden te stellen. En als niemand het dan meer begrijpt zijn we ook nog verbaasd dat er geen ‘draagvlak’ meer is. No shit Sherlock….
Pensioengevend Salaris 2020 verklaard
Maar goed, hoe zit het nu met mijn pensioengevend salaris? Het salaris dat gebruikt wordt om mijn pensioenpremie mee te berekenen, en dat fors hoger was dan ik kon reconstrueren. Ik heb iets over het hoofd gezien. Het pensioengevend salaris bestaat, volgens de website van het ABP, uit 12 keer mijn brutosalaris van januari inclusief vakantiegeld (wat dus maar een deel van mijn IKB is), vaste toelagen en variabele toelagen van het voorgaande jaar daarvoor. Uiteindelijk kom ik eruit na een nieuwe mail van P-Direkt. Hoe moest ik het nu berekenen?
A | 12 * bruto maandsalaris van januari 2020 | ||
B | + | Vakantiegeld | = 8,00% * A |
C | + | Eindejaarsuitkering | = 8,37% * A |
D | + | Eenmalige toelage CAO uit januari 2019 | € 450 |
E | + | Brutobedrag uitbetaling Verlofuren 2019 | |
F | = | Pensioengevend Salaris 2020 |
Het verschil zat ‘m in die uitbetaling van de verlofuren. Ik had nog een stuwmeertje staan, en die heb ik in de zomer van 2019 via de oude regeling uit laten betalen. ‘U bent toch meer gaan werken?’ schreef de servicedesk in de toelichting bij hun antwoord. Ik snap hun redeneerlijn, ik verkoop verlof dus moet meer uren maken. Nou heb ik niet het gevoel dat ik een uurtje minder gewerkt zou hebben als ik het verlof niet verkocht zou hebben. Maar goed, dat verklaart het verschil. Ik kom nu op de cent nauwkeurig uit op het bedrag van het pensioengevend salaris zoals ik dat vind op mijn salarisbrief van januari 2020. Toch een geruststelling.
Pensioenpremies
En hiermee kan ik ook mijn pensioenpremies verklaren. De formule van de premie ouderdomspensioen/nabestaandenpensioen is:
Pensioenpremie = premiepercentage x ( ( pensioengevend salaris – franchise ) / 12 maanden )
Voor 2020 is het premiepercentage dat ik als medewerker betaal 7,47%, en de franchise bedraagt € 14.200. En omdat mijn pensioengevend salaris 2020 hoger is dan het maximum pensioengevend salaris van € 110.111, moet ik op de plek van pensioengevend salaris in de formule dat bedrag van € 110.111 invullen. En dan klopt het.
De formule van de premie arbeidsongeschiktheidspensioen is ook:
Pensioenpremie = premiepercentage x ( ( pensioengevend salaris – franchise ) / 12 maanden )
Het premiepercentage voor 2020 is hier 0,21%, en de franchise is € 21.400. Maar voor het arbeidsongeschiktheidspensioen geldt niet de maximumgrens van € 110.111, ik moet mijn echte pensioengevend salaris invullen in de formule. En dan klopt ook deze premie tot op de cent.
Maar toch…
Toch blijven er een paar dingen knagen.
Het duurde erg lang voordat ik antwoord kreeg op mijn vragen, en toen ik dat uiteindelijk kreeg was het in een overzicht met ingewikkelde en niet uitgelegde termen als ‘Vloer VU’, ‘Nom 12x nom’, ‘Vaste componenten ex VU’. Dat was nergens voor nodig. Ik heb er uiteindelijk zelf het (volgens mij) leesbare tabelletje van gemaakt dat ik hierboven gebruik. Eigenlijk vind ik dat dit soort dingen, in januari op je salarisbrief, of in elk geval in je online dossier, standaard opvraagbaar moeten zijn. Dat zou leiden tot een beter begrip, en zou volgens mij helpen om het draagvlak voor de pensioenregelingen te verbeteren.
Daarnaast heeft dit me ook aan het denken gezet. Het verkopen van verlof vond ik al onaantrekkelijk, want het wordt belast tegen het belastingtarief voor bijzondere beloningen. Dat bedroeg in mijn situatie in 2019 maar liefst 51,75%, en in 2020 is het zelfs 55,5%. Een veel hoger tarief dan waartegen mijn reguliere salaris wordt belast. En nu realiseer ik me ook nog eens dat ik, door het verkopen van het verlof, in het daaropvolgende jaar een hoger pensioengevend salaris heb. En daarmee op jaarbasis enkele honderden Euro’s extra aan pensioenpremie moet betalen. En dan heb ik nog het ‘geluk’ dat mijn pensioengevend salaris boven het maximumbedrag uitkomt, waardoor de extra premie ‘afgetopt’ wordt. Als ik over het hele bedrag pensioenpremie zou moeten betalen, dan was er nog eens een paar honderd Euro per jaar aan pensioenpremie bovenop gekomen. Dat maakt het verkopen van verlofuren dus nog minder aantrekkelijk. Ik bouw hiermee natuurlijk wel wat extra pensioen op, maar ik moet nog maar afwachten hoe dat uiteindelijk uitpakt.
Eén raadsel is nu opgelost. Maar die Afbouw Heffingskorting is nog niet verklaard. Er is dus nog veel te doen.
Heb jij jouw salarisbrief al nagerekend?
De belastingtarief voor bijzondere beloningen is een VOORbelasting die je werkgever hanteert. En niet het definitieve tarief dat je betaald over dit gedeelte van je inkomen. Dit wordt door de balstingdienst gewoon rechtgetrokken met de jaarlijkse belastingaangifte. Deze voorbelasting zou dus niet zo zwaar mee hoeven wegen in je overweging het wel of niet uit te laten betalen. Wel kan het lang duren voordat je het teveel voorgeschoten geld terugkrijgt van de belasting. Lees medio 2021.
Vrije dagen zijn om op te nemen, is mijn devies! Dat probleem ga ik niet tegenkomen. Ik denk niet dat een betere uitleg van de totstandkoming van de premie het draagvlak zal vergroten. Het gaat om de onbetrouwbaarheid van de uitbetalingsfase waar mensen boos om worden. (ik haal mijn vader er maar weer bij die al 50 jaar werkt, betaalde voor prepensioen met 62 en met zijn versleten lijf (en financiële ongeletterdheid) door ‘moet’ tot 67 en een beetje…) Financiele geletterdheid en een betrouwbare overheid vergroot het draagvlak… -ik zie een roeping voor ons rijke witte bubbelaars 🙂 –
Dank voor je uitgebreide post.
Ik zie het niet zo somber in.
1. Weliswaar is er op je verkochte verlofuren een voorheffing gedaan die hoog was, maar vanaf 1 maart (nu dus) kun je berekenen hoeveel het je écht gaat kosten. Ik weet niet wat je totale bruto salaris in 2019 was en welke aftrekposten je verder hebt, maar dat gaat uiteindelijk bepalen hoeveel belasting je écht over deze uitbetaling gaat betalen.
2. Lekker, veel geld opzij zetten in je pensioenpotje! Meer geld voor later, en dat op een belastingvriendelijke manier opzij gezet!
Ik vind het heel vreemd dat men antwoord geeft op jouw vragen met allerlei afkortingen en termen die bij mensen die niet bij de belastingdienst werken onbekend zijn. En dat terwijl er dus om uitleg wordt gevraagd.
Fijn dat je uiteindelijk alles heb kunnen uitvogelen en dat het klopt ook nog.
Nu nog ‘even ‘ de belasting aangifte doen 😉
Wij hebben nog wel even gekeken naar de salaris strookjes maar volgens mij gaat het hier ook goed.
Toch goed om te checken!
Beste Geldnerd,
In dit handige document (https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/publicaties/2019/12/17/eindejaarsbericht-2020/Belangrijkste+belastingwijzigingen+per+1+januari+2020.pdf) op p3-4 staan de afbouw van de algemene heffingskorting en van de arbeidskorting grafisch weergegeven. De afbouw loopt niet parallel, dus je moet ze afzonderlijk berekenen. Dat is overigens bij een jaarsalaris boven € 98.604 niet zo’n klus (dan zijn beide heffingskortingen geheel afgebouwd naar € 0). Het inkomen van je partner staat overigens los van de heffingskorting op je loonstrook. De pagina op de website van de belastingdienst vermeldt de uitbetaling van de algemene heffingskorting. Dat gaat via de aangifte inkomstenbelasting (en treft doel als 1 van beiden een laag inkomen heeft en de ander een wat hoger).
Leuker kunnen ze het niet maken en makkelijker ook niet.
Groet!
Die had ik zelf nog niet gevonden, dankjewel!