De overheid en het einde van tijdelijk

Onlangs las ik dat de overheid probeert om per 2023 een verbod op de tijdelijke lijfrente te introduceren. Individueel pensioen moet je vanaf dan altijd levenslang laten uitkeren. Dit zat ‘verstopt’ in de toelichting bij een voorgestelde wijziging van de pensioenwet. Diverse lezers stuurden mij hierover ook een berichtje. Want dit raakt veel mensen die een deel van hun pensioen opbouwen in pijler 3 van het huidige pensioenstelsel.

Zelf vind ik het weer een typisch voorbeeld van de onbetrouwbare overheid. Dit soort stappen van de overheid passen in een lange reeks. Het past in het beleid om eerder stoppen met werken onaantrekkelijk te maken. Maar kan een heel groot probleem zijn voor mensen die hun pensioenplannen geheel of gedeeltelijk op dit ene instrument gebaseerd hebben (waaronder de financieel columniste/schrijfster Erica Verdegaal).

Ik ga er van uit dat onder andere de verzekeraars en consumentenorganisaties gereageerd hebben op het wetsvoorstel. Het wetsvoorstel moet ook nog naar de Raad van State voor advies, en naar de Tweede Kamer voor goedkeuring. Die gaat ongetwijfeld ook van alles vinden (dat proces kun je helpen door Kamerleden rechtstreeks te mailen). Dus er zijn nog genoeg kansen om bij te sturen. Mocht je jouw pensioenplannen geheel of gedeeltelijk gebaseerd hebben op tijdelijke lijfrentes, dan raad ik je van harte aan om de leden van de commissie Financiën van de Tweede Kamer een mailtje te sturen. Het stukje van de Consumentenbond zet de belangrijkste argumenten keurig op een rijtje: een terugkeer naar het monopolie van verzekeraars en minder keuzevrijheid voor de consument terwijl de overheid juist pretendeert dat we meer zelf moeten doen voor onze financiële toekomst.

En ik ben ondertussen zelf blij dat ik gewoon al mijn geld in mijn grote Box 3 spaarpot en onze hypotheekaflossing gooi, en geen gebruik maak van lijfrentes en andere ingewikkelde financiële producten. Die strategie van mij is minder riskant dan specifieke producten die afhankelijk zijn van specifieke fiscale- en/of pensioenregels. Want onze aanlooptijd naar het pensioen is zo lang (en de overheid zo wispelturig) dat je vrij zeker kunt zijn dat de regels veranderd zijn voordat je echt kunt profiteren…

Ondertussen wacht ik op de plannen voor de hervorming het belastingstelsel en van Box 3. Daar zullen we waarschijnlijk in het nieuwe regeerakkoord wel iets over gaan lezen. Dat zal mij ongetwijfeld ook gaan raken. De Tweede Kamer vraagt al heel lang om een belasting op basis van daadwerkelijk rendement in plaats van fictief rendement. Er zijn maar twee zekerheden, zegt het aloude spreekwoord. De dood en belastingen. Daaraan ontkomen kan ik niet. Maar het zo eenvoudig mogelijk houden, en mijzelf niet afhankelijk maken van heel specifieke belastingregels of specifieke financiële producten, helpt wel.

Hoe eenvoudig is jouw pensioenvoorziening?

Update 31 augustus 2021: Blijkens nog geheime voorstellen zou het plan voor het schrappen van de tijdelijke lijfrentes van de baan zijn.

Dit bericht heeft 8 reacties

  1. Erik Bakker

    Mijn pensioen is heel eenvoudig en leunt op enerzijds een afgelost huis zodat we geen maandlasten hebben voor onze huisvesting en dus rond kunnen komen van weinig geld per maand en aan de andere kant een pot beleggingen met leuk rendement. tevens nog een spaarpotje van een paar ton om af en toe ‘een nieuwe wasmachine te kunnen kopen’

    lekker simpel, geen lastige producten of andere zaken waar de spelregels van kunnen worden aangepast.

    pensioen is ook niet zo moeilijk eigenlijk

    1. Geldnerd

      Ja, dat is ook mijn strategie. Aangevuld met wat er overblijft van het geld dat ik in de pensioenpotten van het ABP heb gestort en wat er wellicht noooooit meer uitkomt.

      1. Erik Bakker

        idd, ik heb ook een ‘ABP peiler’ in de vorm van mijn vrouw die ambtenaar is in het basisonderwijs. liefkozen noem ik haar wel eens ‘mijn aanvullend pensioentje’

  2. Sylvia

    Mijn strategie: huis aflossen, beleggen én ook pensioenopbouw in de derde pijler. Mijn werkgever biedt geen pensioenvoorziening en dus ben ik er zelf voor verantwoordelijk. De verschillen tussen pensioenopbouw in de tweede en derde pijler zijn groot maar voor mij is nog wel het belangrijkste verschil: in de derde pijler kan ik max. 13.3 procent van mijn pensioengevemd salaris opbouwen. Voor mijn vriend kan zijn werkgever in de 2e pijler meer dan 25 procent opbouwen.
    Op internet heb ik wel eens gelezen dat 10 procent van de bedrijven geen pensioenvoorziening heeft. En daarnaast is er natuurlijk de grote groep met ZZPers die het ook zelf moeten regelen. Het wordt tijd dat de overheid deze verschillen kleiner maakt in plaats van groter.

  3. René

    Dat maakt pensioen belegen een stuk minder interessant.

    Als je verplicht bent om het geld te laten uitkeren via een een lijfrente polis over 20 jaar.

  4. Tiny

    Via werkgever bouw ik op, maar alles extra doe ik buiten de pensioenregelingen om. Hyptoheek aflossen & beleggen. Hopelijk genoeg om straks ook eerder te kunnen stoppen.

    1. Belia

      Ik heb ABP. Ik baal van ABP omdat ze bar slecht zijn met beleggen. Tegelijkertijd weet ik dat ik het zelf niet veel beter zou hebben gedaan, want in je leven zijn er tal van momenten dat je even krap bij kas zit. Een verplichting is fijn.
      Ik baal ook van ecb en de lage rente.
      Ik zet me in op nooit meer indexatie te krijgen. De eigen pot bij abp is groot, vele jaren gewerkt, maar de onbetrouwbare overheid gaat altijd roet in het eten gooien.

      1. Geldnerd

        Ik herken dat gevoel. Zelf ga ik ook uit van nooit meer indexatie, mogelijk nog wel korting. En ga ik mijn eigen vermogenspot dus nodig hebben om comfortabel te kunnen leven.

Reacties zijn gesloten.