En nog een jaar Hondje

Vorig jaar rond deze tijd bezorgde ons Hondje ons een enorme schrik. Het scheelde weinig of hij was er niet meer geweest. Maar sinds die episode dribbelt hij weer vrolijk door het leven. Inmiddels 13,5 jaar oud.

Ouderdom en gebreken

Ouderdom komt met gebreken. Dat geldt voor honden minstens net zo veel als voor mensen. Ons Hondje is helaas geen uitzondering. Hij had al wat last van staar, dat wordt langzaam maar zeker erger. Tijdens onze vakantie merkten we bij de avondwandelingen dat hij last heeft van nachtblindheid. Thuis merken we dat niet zo, op ons vaste rondje kent hij elke boom, struik, en graspol. Maar in een vreemde omgeving werd hij toch onrustig als er geen straatverlichting was.

En het afgelopen half jaar is ons Hondje stokdoof geworden. Hij hoort alleen nog heel harde geluiden dichtbij. En dan schrikt hij zich ook echt een hoedje. Lastig is dat hij ons gewoonweg niet meer hoort als we hem roepen. Dat betekent beter opletten als hij buiten niet aan de lijn is. De combinatie van slechter zien en weinig horen maakt dat hij ons af en toe kwijt is. En in paniek rent hij dan alle kanten op om ons te zoeken. Meestal de verkeerde kanten. En af en toe de straat op. Dat is ook weer slecht voor het hart van Geldnerd en Vriendin…

Verder merken we dat met de leeftijd zijn gewrichtjes wat strammer worden. ‘s Ochtends bij het wakker worden moet hij zich even goed uitrekken, de honden variant van de bekende Dog Pose uit de yoga. Doet hij dat niet, dan is de trap een bijna onneembare hindernis. Hij is er inmiddels een paar keer van afgevallen. Totnogtoe zonder schade, maar we letten dus wel goed op dat hij zijn yoga-oefeningen doet voordat we de ochtendwandeling doen.

En ons Hondje heeft een slecht gebit, dat had hij al toen wij hem adopteerden. Dit voorjaar had zijn gebit weer een saneringsronde nodig, er bleven een stuk of 10 tanden en kiezen achter in de operatiekamer. Hij heeft nog een paar hoektanden over en een aantal kiezen. Maar veel last lijkt hij daar niet van te hebben, de brokjes en hondensnoepjes worden gretig verorberd…

Verder is hij overigens in een prima conditie. Hij slaapt iets meer dan vroeger, maar is verder nog steeds heel levendig en heeft vaak nog de energie van een jonge pup. Dat is ook wat we horen van onze uitlaatservice en de dierenarts. We hopen dan ook dat de gebreken hem niet teveel gaan belemmeren, en dat hij zo lang mogelijk een beetje lol in het hondenleven kan houden.

Medische hondenwetenschap

Sinds zijn ziekte vorig jaar staat Hondje op een dieet van speciale brokken, dat houdt hij de rest van zijn leven. Inmiddels zijn daar twee voedingssupplementen bijgekomen die we dagelijks door zijn brokjes mengen. Hij krijgt een supplement met Omega-3 olie (vis olie) voor zijn stramme gewrichten, en een speciale siroop die de staar in zijn ogen moet afremmen. Aan de doofheid is helaas niets te doen.

Het blijft een duur Hondje…

Eerder schreef ik al dat ons Hondje twee abonnementen heeft. Een eigen Zorgplan en de Uitlaatservice. Die laatste indexeert, voor het eerst in vier jaar, zijn tarieven. Het maandtarief voor een wandeling op elke werkdag gaat per 1 januari aanstaande van € 255 naar € 278. Het zorgplan kost € 15,75 per maand. We zijn dus al bijna € 300 kwijt aan ons Hondje voordat hij ook maar een brokje gegeten heeft.

En soms slijten er dingen. Zijn uitlaatriem gaf onlangs de geest na ruim 7 jaar trouwe dienst. Daar moest dus een nieuwe voor komen. Verder komt er regelmatig een zending met dieetbrokken, kauwstokjes, speeltjes, en hondensnoepjes, van de internetdierenwinkel. En sinds kort dus ook de voedingssupplementen. Kortom, ons Hondje blijft bakken met geld kosten in ruil voor alle liefde en vreugde die hij ons geeft. Er zijn weinig dingen waar ik blijer en rustiger van wordt dan ‘s avonds met een e-book in mijn favoriet stoel zitten terwijl Hondje op mijn schoot ligt te slapen.

In onderstaande grafiek zie je de uitgaven per maand per jaar aan ons Hondje. Gemiddeld is dit € 380 per maand, exact hetzelfde gemiddelde per maand als na de medische episode vorig jaar.

En natuurlijk ook weer de procentuele verdeling van de kosten van Hondje over de verschillende categorieën. Ook die is nauwelijks verschoven ten opzichte van vorig jaar. Ons Hondje is dus best een constante factor in onze financiën.

Nog steeds een duur Hondje, en nog steeds zouden we hem voor geen goud willen missen. We hopen dat hij nog heel langs bij ons mag blijven.

Ben jij ook zo dol op jouw huisdier?

Nieuwe ambtenaren-CAO 2021

Zoals wel vaker in de Haagse achterkamertjes kwam het uiteindelijk als een verrassing. Er is blijkbaar afgelopen vrijdag een nieuwe kortlopende CAO voor rijksambtenaren afgesproken. De leden van de vakbonden mogen er nog even over stemmen. Het was even zoeken, maar uiteindelijk vond ik op de website van de CMHF (Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen) een nieuwsbericht met een link naar het onderhandelingsakkoord.

De CAO heeft ‘maar’ een looptijd tot eind maart 2022. Langer wilden de bonden zich niet vastleggen, ze vinden dat een nieuw kabinet eerst maar eens financiële ruimte moet creëren voor een fatsoenlijke CAO-verhoging. Met terugwerkende kracht per 1 juli 2021 krijgen we een loonsverhoging van 2,0%. De bedoeling is dat die vanaf december uitbetaald wordt.

Ook krijgen alle rijksambtenaren een eenmalige uitkering van € 300 bruto in december 2021. Met mijn bijzonder tarief loonheffing van 55,5% houd ik daar € 133,50 van over. verder krijgen we over 2021 een thuiswerkvergoeding van € 430 euro en vanaf 1 januari 2022 € 2 per thuiswerkdag netto. Ik ben benieuwd hoe we dat gaan registreren en of ik als manager iedere maand geacht word de declaraties te controleren en goed te keuren… Dat lees ik nog niet in het akkoord. De thuiswerkvergoeding over 2021 moeten we ook apart aanvragen.

De nieuwsberichten hebben het verder over een vergoeding voor inrichting van de thuiswerkplek van € 750 per 5 jaar. In het akkoord lees ik dat die bedoeld is voor ‘stoffering en meubilering’ van de thuiswerkplek. Niet voor apparatuur. Die kunnen we, net als nu, tot een bepaald maximum declareren. Er worden wel allerlei aparte regelingen van verschillende ministeries afgeschaft. De rijksoverheid is nog zoekend in het hybride werken, maar er wordt in elk geval geprobeerd om het rijksbreed eenduidig te maken. Dat vind ik al winst.

Recht op onbereikbaarheid

Bijzonder vind ik dat er voor heet eerst een soort van afspraken gemaakt zijn over het recht op onbereikbaarheid. In Frankrijk is dat er al, met het oog op een gezonde werk-privé balans. Uitgangspunt is dat de werknemer recht op onbereikbaarheid krijgt buiten het individueel overeengekomen werkrooster en de daarbij horende bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten. Dat is iets wat ik van harte toe juich. En ergens ook wel erg dat het nodig is.

Verruiming maximaal te sparen verlof

Ook handig met het oog op eerder stoppen met werken. De fiscale mogelijkheden om verlof te sparen zijn verruimd van 50 weken verlof naar maximaal 100 weken verlof. In de CAO-afspraken was tot nu toe geregeld dat werknemers maximaal 1.800 uur kunnen sparen in hun IKB-spaarverlof. Vanwege de verruimde fiscale mogelijkheden wordt dit per 1 januari 2022 gewijzigd in maximaal 3.600 uur. Dat zijn 100 voltijds ambtelijke werkweken, oftewel bijna twee jaar.

Wat vindt Geldnerd?

Ik ben blij dat er in elk geval iets van een loonsverhoging komt. Allerlei mensen zullen nu wel weer vinden dat wij het al goed genoeg hebben en toch niks bijdragen aan deze wereld, maar ook ambtenaren zijn mensen met gezinnen en huur en hypotheken en boodschappen die betaald moeten worden. Al besef ik ook terdege dat er heel veel mensen zijn die het moeilijker hebben dan wij.

Maar al die verschillende potjes maken het in mijn ogen wel nodeloos ingewikkeld. Ik hoop dat we in toekomstige CAO-afspraken iets meer samenhang kunnen brengen in de potjes voor opleidingen en verlof en thuiswerkplekken en reiskosten. Dat zou ook echt iets meer te kiezen geven bij de inrichting van je eigen werk.

Hoe is het met jouw CAO?

Derde kwartaal 2021

Het (demissionaire) kabinet beloofde ons een ‘zomer vol mogelijkheden’. De media spraken (hoopvol) over een ‘summer of love’. Het weer werkte in Nederland ook niet erg mee, en ‘de buitenlanden’ (inclusief Limburg) werden geteisterd door overstromingen en bosbranden. Uiteindelijk viel het dus allemaal een beetje tegen in het derde kwartaal. En dat nieuwe kabinet is er ook nog steeds niet, terwijl de verkiezingen alweer bijna zeven maanden geleden waren. Er kwamen wel steeds meer nieuwe ministers en staatssecretarissen in het oude kabinet, omdat bewindspersonen opstapten wegens gezondheidsklachten, juridische klachten, coronagerelateerde klachten of ongezonde nieuwe functies. Wat betekende dat allemaal voor het derde kwartaal van Geldnerd? Lees het in kwartaalrapport nummer 21!

Aandelenmarkten – (Ever)Grande Finale?

Wat valt er nu nog te zeggen over de aandelenmarkten? Optimisme blijft de boventoon voeren. Ik begrijp steeds minder waarom. En houd het persoonlijk maar op de grote hoeveelheid geld die de centrale banken in ‘het systeem’ pompten en die wanhopig op zoek is naar pekken om rendement te behalen. Zelfs tulpenbollen zouden het nu weer erg goed doen, onwetende beleggers speculanten kopen alles.

Eind augustus was het jaarlijkse symposium van de Amerikaanse Centrale Bank (FED) in Jackson Hole. In zijn langverwachte speech zei de baas van de FED vooral héél voorzichtig te zullen zijn bij het misschien eventueel stapsgewijs in hele kleine stapjes met voortdurende zorgvuldige heroverweging misschien wel afbouwen van de ondersteuningsmaatregelen. Voor de aandelenmarkten was dat geen signaal om te gaan dalen.

Nervositeit kwam er uiteindelijk wel in september, toen een van de vastgoedzeepbelbedrijven in China dreigde om te vallen en we er weer aan herinnerd worden dat de definitie van ‘vrije markt’ in China toch een andere is dan in de traditionele markten van met name Europa en de Verenigde Staten. De situatie roept herinneringen op aan de val van Lehman Brothers in de Verenigde Staten in 2008, wat terugkijkend het begin van de financiële crisis was. Ik volg ‘m dan ook met belangstelling. En de laatste weken van september was er ook een daling te zien. Die werd veroorzaakt door een stijging van de rente op Amerikaanse staatsleningen (Treasuries) uit nervositeit over de afbouw van de steun (die toch ooit zal moeten gebeuren) en de politieke begrotingsperikelen in de Verenigde Staten.

Per saldo eindigde de S&P500 index het afgelopen kwartaal een ietsiepietsielager dan dat het begonnen was. In eerste instantie steeg de index gewoon door, met af en toe een dipje van een paar dagen als ‘de markten’ weer even nerveus werden over mogelijke inflatie, afbouw van de steunmaatregelen, of stijging van de coronabesmettingen. Het gaat nu al zo lang ‘goed’ dat je bijna zou geloven dat de markt nooit meer gaat dalen. Maar dat gaat de markt echt wel weer een keer doen. Het is inmiddels oktober, de mythische crisismaand op de markten, dus wie weet?

En ja, ik heb nieuwe grafieken! De grafieken voor de aandelenmarkten in mijn kwartaalrapportages waren vrijwel de enige grafieken op dit blog die ik tot nu toe elders haalde, bij Yahoo Finance en eerder bij IEX. Maar sinds dit kwartaal sla ik wekelijks automatisch de stand van de S&P500 index, de Eurostoxx 600 index, en de rentestand van de 10-jarige Amerikaanse staatsobligaties (US 10Y Treasuries) op in mijn beleggingsspreadsheet als ik mijn portefeuille bijwerk. En die heb ik ook met terugwerkende kracht bijgewerkt tot 1 januari 2013, de start van mijn portefeuille. Dus ik kan nu eenvoudig mijn eigen grafieken laten zien.

De  rente op tienjarige staatsobligaties in de Verenigde Staten was in het eerste kwartaal behoorlijk opgelopen, van 0,92% naar 1,68%. Maar in het derde kwartaal kwam de rente in eerste instantie niet echt van z’n plek. De laatste maanden was er toch weer een stijging, om uiteindelijk iets boven de 1,5% te eindigen. Gaf mijn spaarrekening maar zoveel rente…

En ook de beurzen in Europa stegen in het derde kwartaal in eerste instantie rustig verder. Maar in de tweede helft van het afgelopen kwartaal werd ook die stijging weer volledig ingeleverd.

Inmiddels krijg je voor € 1,00 ongeveer US$ 1,16, dat was US$ 1,18 aan het einde van het tweede kwartaal. Ik ontvang nog steeds een groot deel van mijn dividend in Amerikaanse dollars. Maar heb nog maar één ETF in mijn portefeuille die in dollars genoteerd staat

Mijn portefeuille

Mijn portefeuille is nog steeds goed gespreid over de wereldwijde aandelenmarkt en de markt voor staatsobligaties, met dank aan VWRL en DBZB aangevuld met enkele dividend-ETFs. En mijn portefeuille beweegt dus zoals altijd keurig mee met de wereldwijde aandelenmarkten. Ik heb ook dit kwartaal elke maand normaal bijgekocht met mijn maandelijkse storting, steeds het fonds dat mijn spreadsheet adviseerde om dichter bij de gewenste portefeuilleverdeling uit te komen.

Ondanks de beperkte stijging van de aandelenmarkten steeg mijn portefeuille dit kwartaal ook weer redelijk door. Ik heb weer een aantal keren een Virtual All Time High (VATH) aangetikt. Het VATH bereken ik door het vorige reële All Time High te nemen plus alle inleg sinds die datum. De totale waarde van mijn beleggingsportefeuille staat nu 68,0% boven mijn totale inleg. Aan het einde van Q2 was dat 63,3%

Hoe lees je deze grafiek? De (op dit moment) bovenste zwarte lijn geeft de actuele waarde van mijn beleggingsportefeuille op de betreffende datum. De (op dit moment) onderste zwarte stippellijn geeft de totale inleg tot die datum weer. Je ziet dat ik de afgelopen jaren elke maand een inleg doe. Het groene vlak tussen de twee lijnen is mijn huidige papieren beleggingswinst. Als ik op verlies zou staan (de portefeuille is minder waard dan de inleg) dan wordt er een rood vlak zichtbaar. Zie ook mijn nadere uitleg over hoe ik deze grafiek opgebouwd heb.

De ROI YTD is per einde van het derde kwartaal 17,1%. De 12-maands XIRR staat op 29,0%.

Indicator202Q32020Q42021Q12021Q22021Q3
% boven inleg33,1%46,3%60,3%63,3%68,0%
ROI YTD-7,0%4,1%11,1%14,9%17,1%
XIRR 1Y-1,4%3,2%46,6%29,3%29,0%

Dividend en Spaarrente

In het derde kwartaal van 2021 ontving ik netto € 1.113,52 aan dividend op mijn rekening. In het derde kwartaal van 2020 was dat nog € 489,01 en in het tweede kwartaal van 2021 was het € 429,32. Het beeld is een beetje vertekend. Door een storing bij mijn broker werden twee dividendbetalingen pas op 1 juli (Q3) bijgeschreven op mijn rekening, terwijl ze eigenlijk al op 30 juni (Q2) uitbetaald hadden moeten worden. Maar (zelf opgelegde) regels zijn regels…

Ik registreer mijn dividend op netto contante basis in Euro’s, de basisvaluta van mijn administratie. Dat betekent dat ik het netto dividendbedrag opneem in mijn administratie op het moment dat het op mijn beleggingsrekening bijgeschreven wordt. Als het een dividend in buitenlandse valuta (US dollar) is, dan reken ik het om naar Euro’s tegen de wisselkoers van het moment van ontvangen op mijn rekening.

Mijn verwachting is nog steeds dat de spaarrente nog jaren laag blijft. Ik heb maar 3 maanden kunnen genieten van 0,30% rente op mijn bufferrekening, eind september verlaagde Lloyds Bank de rente naar 0,15%. Nog altijd 15 keer zo veel als de 0,01% op de kleine bufferspaarrekening bij mijn huisbank.

Spaarpercentage

In het derde kwartaal kwam er een (dramatisch?) einde aan de spaarpercentages boven de 65%, die ik haalde in de eerste helft van het jaar. Er werden inhaaluitgaven gedaan. Er werd weer iets vaker buiten de deur gegeten en geborreld. Er werd een bril gekocht. En zo nog wat dingen. Maar het spaarpercentage voor het hele jaar tot nu toe (YTD) staat nog steeds op een gezonde 55,6%. Mijn doelstelling voor 2021 is 40,0%. Die ga ik naar verwachting wel halen.

Mijn administratie houdt ook voor mij bij hoeveel No Spend Days (NSDs) ik heb. Dat zijn dagen waarop ik niks betaal met mijn creditcard, pinpas, Apple Pay, of contant geld. Corona zorgt er nog steeds voor dat het aantal NSDs hoger is dan ‘vroeger’. Gemiddeld had ik er toen een stuk of 10 per maand. Dit jaar zijn het er nog steeds minimaal 20 per maand.

Eigen Vermogen

Dit kwartaal was er ‘alleen maar’ regulier salaris, inleg in mijn beleggingen, reguliere en extra aflossingen van de hypotheek, en natuurlijk de bewegingen van de beleggingsportefeuille op de golven van de aandelenmarkten. Niets bijzonders dus.

En dat leidt tot onderstaande ontwikkeling van mijn vermogen per kwartaal. In het derde kwartaal van 2021 is mijn eigen vermogen gegroeid met 2,1%.

Beste Uitgave(n)

In het derde kwartaal was er een heel pijnlijk moment in mijn leven. Voor de allerallereerste keer kreeg ik leeftijdskorting. Ik ben begin augustus gaan trainen bij een nieuwe sportschool, en daar heb ik een abonnement genomen. En kreeg ik leeftijdskorting, omdat ik 50+ ben. Dat was even schrikken. Maar ik ben heel blij dat ik weer aan het trainen ben.

Verder heb ik in het derde kwartaal vooral de potjes aangesproken. Voor onze vakantie en voor een nieuwe bril. De oude stond alweer drie jaar op mijn neus, en dus vond ik het tijd voor een nieuwe oogmeting die leidde tot glazen met een sterker ‘varifocus’ leesgedeelte en ook een nieuwe bril. De bril kon ik maar voor een klein gedeelte betalen uit mijn potje, omdat ik pas sinds kort hier apart voor spaar. Maar dat heb ik dus aangevuld uit andere potjes. Het brillenpotje staat nu weer op nul en wordt elke maand bijgevuld, zodat er over drie jaar wel ongeveer genoeg geld gaat zijn voor de volgende bril.

Hoe was jouw derde kwartaal?

Je kunt oude kwartaalberichten teruglezen via mijn overzichtspagina.

Ambtenaren die niks vragen…

…Worden overgeslagen. We lijken wel kinderen…

Er zat vorige maand een kleine verrassing bij mijn salarisbrief. En ook bij het bedrag dat op mijn bankrekening gestort werd. € 300 extra. Het gevolg van een herberekening. Die niet zou hebben plaatsgevonden als ik geen navraag had gedaan, daar ben ik van overtuigd. Een tijdje geleden keek ik namelijk naar de impact van de inflatie op mijn salaris. Want ik hoop altijd maar dat die een beetje gelijke tred houden. Hiervoor heb ik een spreadsheet bijgewerkt met de verschillende salariscomponenten per maand zoals ze op mijn maandelijkse salarisbrief staan. En daarbij viel mij iets op.

Vorig jaar ben ik namelijk gestart in een nieuwe functie. En overgestapt van de ene Haagse toren naar een andere Haagse toren. Het personeelssysteem van het Rijk werkt rijksbreed. Dus kun je eenvoudig overgeplaatst worden naar een ander ministerie.

Maar om een of andere reden liep mijn overplaatsing administratief toch niet helemaal soepel. En maakte men vervolgens een puinhoop van de maandelijkse betalingen van Individueel Keuze Budget (IKB). Dat leidde tot een serie herberekeningen en een aantal wisselende bedragen van maand tot maand. Lastig, want mijn maandelijkse overboekingen zijn wel ingesteld op dat maandelijkse bedrag. Maar ik vertrouwde erop dat het wel goed zou komen.

Ik had natuurlijk beter moeten weten. Want de overheid is de overheid, ook als het eigen werknemers betreft. En dat viel me op toen ik begin juni alles in die spreadsheet onder elkaar zette. Er klopte gewoon iets niet. In de tweede helft van vorig jaar, met alle herberekeningen, ontving ik minder dan in de eerste helft. Tijd dus om er een mailtje aan te wijden. Men ‘zou er naar kijken’. En toen werd het stil, totdat ik die salarisbrief en storting ontving. Opgelost.

Ondertussen is het nog steeds oorverdovend stil rond onze nieuwe CAO. Als er al gepraat wordt, dan is dat weer in de bekende Haagse achterkamertjes. En werken we nog steeds gewoon thuis, waarvan de kosten ook steeds beter in beeld komen. En ons pensioenfonds verwacht de premie in 2022 verder te verhogen. Je zou er bijna een najaarsdepressie van krijgen.

Oh ja, en ambtenaren die wel iets vragen worden vaak ook overgeslagen hoor!

Zorgt jouw werkgever wel goed voor jou?

Eigen Vermogen berekenen

Eigen Vermogen, ik heb het wel eens omschreven als een van de belangrijkste getalletjes aller tijden. In het boekhouden is de definitie ‘Activa (bezittingen) minus Vreemd Vermogen (de korte en langlopende schulden van de passiva)’. Dat klinkt ingewikkeld, en voor veel bedrijven is het dat ook (of dat willen ze het laten lijken voor de belastingen of om beleggers te misleiden…).

Maar als eenvoudige burger heeft Geldnerd een eenvoudiger definitie. Mijn eigen vermogen bestaat uit het geld dat ik overhoud als ik al mijn bezittingen verkoop en al mijn schulden aflos, en dat ik vervolgens in mijn zak heb zitten als ik de wijde wereld intrek.

In deze blogpost neem ik je mee in hoe ik mijn eigen vermogen bereken. En hoe jij het ook kunt doen.

Vaak lees ik, in plaats van Eigen Vermogen, ook de term Netto Waarde. Volgens mij een iets te letterlijke vertaling van de Amerikaanse term Net Worth. Die gebruik ik niet, ik heb er zelfs een hekel aan. Netto waarde wekt voor mij teveel de suggestie dat de waarde van mij als persoon afhangt van dit getal.  Eigen vermogen voelt beter. Mijn eigen vermogen. Van mij. Vermogen. Kracht. Mijn kracht.

Wat zegt het?

Het eigen vermogen is het eerste getalletje dat ik regelmatig bij ben gaan houden. Een eigen vermogen bereken je altijd op een bepaalde peildatum. Eerst deed ik dat jaarlijks per 31 december, maar nu al weer heel lang per kwartaal (31 maart, 30 juni, 30 september, 31 december). Dat is een keuze, je kunt het op elk gewenst moment doen natuurlijk.

Zoals ik eerder schreef is het eigen vermogen (voor iemand die financiële onafhankelijkheid nastreeft) het geld waarvan je moet leven nadat je gestopt bent met werken. In Nederland meestal gecombineerd met AOW en pensioen. Je kunt het langzaam opeten, of investeren in dingen die cash genereren, zoals beleggingen die dividend opleveren of vastgoed dat je huurinkomsten oplevert. Je kunt het ook in je eigen huis stoppen, maar dan levert het geen inkomen op. En kun je het dan ook niet opeten, tenzij je het huis verkoopt. Genoeg reden dus om zo af en toe te kijken hoe jouw eigen vermogen ervoor staat.

Hoe bereken je het?

Eigenlijk is het heel simpel. Eigen Vermogen is gelijk aan Bezittingen minus Schulden. Die twee dingen zul je dus op een rijtje moeten zetten. En je zult moeten bepalen wat ze waard zijn op de door jou gekozen peildatum. Soms is dat heel eenvoudig, maar soms ook niet. En je zult moeten bepalen hoe ver je hierin wilt gaan. Want je kunt heel ver gaan. Maar de vraag is hoe zinvol dat is.

Oh ja, ik bereken mijn eigen vermogen in Euro’s. Dat is ook een keuze. Een gebruikelijke hier, de Euro is immers het betaalmiddel in Nederland en het merendeel van mijn bezittingen en schulden wordt in Euro’s gewaardeerd. Het betekent dat ik bijvoorbeeld mijn beleggingen in Amerikaanse dollars omreken naar Euro’s. Dat doe ik dan uiteraard tegen de wisselkoers op de peildatum.

Bezittingen

We beginnen positief. Met de bezittingen.

Heb je Spaarrekeningen? En Beleggingen? Die horen bij je bezittingen. Maak dus maar een lijstje. Vergeet je lopende rekening ook niet. Wat was het saldo op de rekeningen op de peildatum? Wat waren jouw beleggingen waard op de peildatum? Ik hanteer altijd de slotkoers op de peildatum (want die is het makkelijkst te achterhalen), maar ook dat is een keuze.

En heb je een koopwoning? Zeer waarschijnlijk in Euro’s je grootste bezit. Maar hier wordt de waardering al lastiger. Want wat is die woning waard op de peildatum? Daar kun je verschillende keuzes in maken. Die grote invloed hebben op jouw vermogen. Vorig jaar heb ik een uitgebreide blogpost geschreven over deze keuzes.  Maak de keuze die het beste bij jouw situatie en jouw gevoel past. En wees consequent, dus gebruik steeds dezelfde manier als je jouw eigen vermogen op verschillende peildata berekent. Want alleen dan zijn de uitkomsten vergelijkbaar. Ik reken voor mijn eigen vermogen met de helft van de WOZ-waarde. De helft, omdat Vriendin en ik allebei voor 50% eigenaar zijn van Geldnerd HQ.

Hierna wordt het snel lastiger, en een kwestie van persoonlijke voorkeuren. Vroeger had Geldnerd bijvoorbeeld een auto. Die nam ik ook mee op de balans. Als basis voor de waardering gebruikte ik de ANWB Koerslijst, de waarde die deze op de peildatum aangaf voor mijn kenteken en kilometerstand bij inkoop of inruilprijs door het autobedrijf. Dat is ook zo’n waarderingskeuze die je consequent moet toepassen om vergelijkingen met eerdere berekeningen te kunnen maken.

Dan de inboedel van jouw woning. Die heeft misschien best wel wat gekost? Maar heb je dat allemaal bijgehouden? Ex en ik hebben er destijds voor gekozen om de waarde van de inboedel niet mee te nemen. We gaven deze de waarde nul. Dat had overigens nog onvermoede consequenties. Toen wij jaren later gingen scheiden had de regel ‘waarde inboedel is nul’ zich genesteld in mijn hoofd, en was het voor mij veel eenvoudiger om die dingen los te laten toen ik vertrok. Ik heb alleen mijn kleding en echt persoonlijke bezittingen meegenomen. Dat gaf ruimte in mijn hoofd en ruimte in de onderhandelingen over het echtscheidingsconvenant. Ik hoor te vaak verhalen over ruzies over dat ene tafeltje of dat ene kastje… Maar in mijn hoofd was dat allemaal niets waard.

Ook tegenwoordig neem ik de inboedel niet mee in de berekening van het eigen vermogen. Misschien dat ik dat wel zou doen als ik een dure verzameling of collectie sieraden had. Maar dan is de waardering best lastig. Veel mensen zijn er al achter gekomen dat de postzegelverzameling van opa, zijn lust en zijn leven, na overlijden niets (meer) waard bleek te zijn. Ik zou er dus voorzichtig mee zijn.

Ook zo’n vraag, neem je jouw pensioen mee in de bezittingen? Ik doe het niet, ook omdat ik niet goed kan bepalen welk bedrag ik dan realistisch op zou kunnen nemen. Misschien doe ik het wel na de komende pensioenhervorming, als er een eigen potje is. Maar het is voor mij vooral symbolisch. Dat is anders  voor ondernemers die alles zelf opbouwen. In Amerika hebben mensen ook eigen pensioenpotjes. Het laat dus al zien dat jouw eigen vermogen vergelijken met een ander best lastig is. Want je moet de onderliggende aannames en waarderingsgrondslagen kennen om te zien of het wel echt vergelijkbaar is.

Zelf houd ik het dus simpel. Alleen de eigen woning, en mijn spaar- en beleggingsrekeningen. Zijn er andere bezittingen die jij mee wilt nemen? Zet ze op een rijtje, denk goed na over de waardering, en tel het allemaal bij elkaar op.

Schulden

Na de bezittingen is het tijd om de schulden op een rijtje te zetten.

Zelf heb ik er maar eentje. De hypotheek die we gebruikt hebben voor de aankoop van Geldnerd HQ. En die we in hoog tempo aflossen. Voor mijn persoonlijke eigen vermogen reken ik met de helft van de hypotheek omdat Vriendin en ik allebei voor 50% eigenaar zijn van Geldnerd HQ. En de waardering is simpel: hoeveel geld moet ik op de peildatum nog aflossen. De naar verwachting nog te betalen rente neem ik niet mee. Het gaat om wat ik zou moeten betalen als ik op de peildatum alles in één keer af zou moeten lossen.

Misschien heb jij meer hypotheekdelen, en/of een familiebank-lening? Misschien heb jij ook nog een openstaande studieschuld? Of een lening voor een auto of een ander consumptief krediet? Allemaal schulden die je op een rijtje zou moeten zetten. Wat ben je op de peildatum schuldig aan anderen?

Twijfelgevalletje wat mij betreft: Creditcards. Het is een schuld. Maar ik heb er maar eentje als onderdeel van mijn betaalpakket bij de Rabobank, en die wordt altijd aan het eind van elke kalendermaand volledig geïncasseerd. Ik neem ‘m dus niet mee, ook omdat er op een peildatum meestal geen schuld op staat. Maar als jij vijf creditcards hebt met daarop € 15.000 schuld, dan weet ik twee dingen heel zeker. Ten eerste, je leest hier nog niet lang mee en/of volgt mijn voorbeeld niet. En ten tweede, je kunt die schuld maar beter meenemen in de berekening van jouw eigen vermogen. Want het is een ‘materiële’ schuld, het heeft substantieel impact op jouw eigen vermogen. Maar ook dit is dus een keuze.

Zelfs als eenvoudige particulier heb je dus best wat te kiezen bij het waarderen van je bezittingen en je schulden. Kun je nagaan hoe ingewikkeld dat voor bedrijven is. En niet overal zijn regels voor, dus  dit leidt best nog wel eens tot discussie.

Tonnair? Miljonair? Of Negatief?

Eigen Vermogen = Bezittingen -/- Schulden. Je kunt ‘m nu dus uitrekenen. Is jouw eigen vermogen groter dan € 100.000? Dan mag je jezelf ‘tonnair’ noemen. Bij een vermogen groter dan € 1.000.000 ben je zelfs ‘miljonair’. Maar het kan natuurlijk ook dat jouw eigen vermogen negatief is. Dan is de optelsom van jouw schulden dus hoger dan de optelsom van jouw bezittingen.

Een negatief eigen vermogen, is dat erg? Dat hangt er van af. Een bedrijf met een negatief eigen vermogen wordt wel ’technisch failliet’ genoemd. Dat betekent niet automatisch dat het bedrijf ook failliet gaat. Als er maar genoeg inkomsten zijn om alle lopende uitgaven te betalen en de schulden af te lossen (en er dus uitzicht is op een verbetering van het vermogen), dan is er niet veel aan de hand. Maar het is wel een waarschuwingssignaal. Banken worden voorzichtiger met het verstrekken van krediet en leveranciers willen misschien wel vooruit betaald worden.

En iets vergelijkbaars geldt er voor particulieren. Ben jij net afgestudeerd met een stevige studieschuld en heb je vervolgens een huis gekocht met een maximale hypotheek en jouw laatste spaargeld in een verbouwing gestoken? Dan heb je best kans dat jouw eigen vermogen daarna ook negatief is afhankelijk van hoe optimistisch je bent over de waarde van jouw huis. Dat hoeft geen probleem te zijn, zo lang er voldoende inkomen binnenkomt om alle rekeningen en de hypotheek te betalen. Maar het is wel een signaal. Als dat inkomen wegvalt, kom je waarschijnlijk snel in de problemen.

Het eigen vermogen is een momentopname. Het gaat om de trend door de tijd. Bereken ‘m dus minimaal één keer per jaar. Ben je 25 jaar oud met een negatief eigen vermogen maar een zeker inkomen en loopbaanperspectief, dan is er nog niet veel aan de hand. Nog steeds een negatief eigen vermogen als je 50 bent? Dan moet je misschien eens gaan nadenken over jouw financiën.

Vermogen van Geldnerd

Onderstaande grafiek geeft de ontwikkeling van mijn persoonlijke eigen vermogen weer. Peildatum is steeds 31 december van het betreffende jaar. De waarde voor de eerste meting (31 december 2003) is gelijkgesteld aan 100%. Voor 2021 is de waarde per einde eerste halfjaar (30 juni 2021) genomen.

Mijn vermogen nu is 1.300% van het vermogen per eind 2003. 13 keer zoveel vermogen als op 31 december 2003. Maar het is geen rechte lijn naar boven geweest. De daling in de periode 2011 – 2012 was het gevolg van mijn echtscheidingsperikelen.  De daling in 2014 is het gevolg van het sabbatical dat ik mijzelf veroorloofd heb toen we vertrokken naar het Verre Warme Land. Bewuste keuze, maar wel eentje die geld (en vermogensopbouw) kost. Daarna gaat het in snel tempo beter. De trendlijn (de rode stippellijn) begint zelfs al voorzichtige exponentiële vorm aan te nemen. Ik hoop dat die ontwikkeling zich voortzet.

Hoe bereken jij jouw eigen vermogen?

Vijf jaar vermogensontwikkeling

Door een instellingsfoutje mijnerzijds stond deze blogpost er afgelopen donderdag ook al even. Maar dat was natuurlijk niet de bedoeling, twee blogjes op één dag. Dadelijk raken jullie nog verwend…

Onlangs publiceerde ik mijn twintigste kwartaalrapportage. Omdat er vier kwartalen in één jaar passen, doe ik dus al vijf jaar gestructureerd verslag van de ontwikkelingen in mijn vermogen. Ik rapporteer per kwartaal omdat ik maanden te kort vind. Ik kijk liever naar de wat grotere lijnen, ook om te voorkomen dat ik op ‘incidenten’ reageer en dingen te snel verander. Maar na zo’n lange periode van vijf jaar (de meeste bloggers halen dat niet…) leek het me ook wel leuk om eens terug te kijken over die vijf jaar. Welke stappen heb ik gezet in de ontwikkeling van mijn vermogen?

Situatie zomer 2016

Twintig rapportages, de eerste ging dus over het derde kwartaal van 2016. Vijf jaar geleden, in de zomer van 2016, waren we net een paar maanden terug uit het Verre Warme Land (VWL). We woonden in een gemeubileerd huurappartementje elders in Geldnerd City, en waren op zoek naar een eigen stekje. Onze inventaris stond in een zeecontainer op een schip dat op weg was naar de haven van Rotterdam. Hondje moest wennen aan zijn nieuwe status als binnenhuishond na het buitenleven in VWL, maar had het wel goed naar zijn zin met de uitlaatservice. En ik blogde destijds bijna een jaartje onder de naam Geldnerd.

Mijn vermogen was destijds simpel. Ik had een beleggingsportefeuille en een spaarrekening. De verhouding was heel anders dan nu. Aan het begin van het derde kwartaal van 2016 zat 30,6% van mijn vermogen in de beleggingsportefeuille, 69,4% in contanten. En dat vond ik destijds ook verstandig. We wilden graag een huis kopen. De woningmarkt vonden we al ‘duur’ (‘broehaha’ denk ik nu) dus ik hield graag contant geld achter de hand.

Taartgrafiek vermogen eind tweede kwartaal 2016

In die allereerste kwartaalrapportage schreef ik ook dat ik eerder dat jaar ‘uit de beurs gestapt was’ omdat ik ervan overtuigd was dat een sterke daling nabij was. Die sterke daling hebben we, behalve de kortdurende ‘corona-dip’, nog niet gezien. En ik kocht veel nieuwe kleding, dat was na terugkomst uit het Verre Warme Land (en met de koude en natte Nederlandse winter in het vooruitzicht) geen overbodige luxe.

Niet zo vreemd dus dat ik gedurende het derde kwartaal vooral contant geld verzamelde. Er ging maar een klein bedrag naar de beleggingen. Geld was er nodig, voor Geldnerd HQ. Al gebruikte ik toen nog niet van dit soort grafieken, die kwamen pas véél later.

Waterval verandering vermogen derde kwartaal 2016

Ontwikkelingen sinds 2016

In november 2016 kochten we een huis en sloten een hypotheek af. Die hypotheek was ongeveer 75% van de leencapaciteit van één salaris. De rest financierden we met eigen geld. Een bewuste keuze. Het moest allemaal wel goed betaalbaar blijven, en we vonden de huizenmarkt al best wel verhit. Het kon nog veel heter, bleek de afgelopen 5 jaar. De prijzen stijgen en stijgen maar door. Dat is erg vervelend voor mensen die willen (moeten) verhuizen of die starten op de woningmarkt. Maar voor ons een voordeel. We hebben inmiddels een behoorlijke overwaarde opgebouwd. En de (lineaire) hypotheek lossen we versneld af met de sneeuwbal-methodiek. Gewaardeerd tegen WOZ is onze loan-to-value ratio momenteel nog maar 35,8%.

Opbouw waarde eigen woning restant hypotheek, eigen geld, aflossing, overwaarde

Daarnaast ben ik, mede beïnvloed door mijn blogactiviteiten, veel bewuster gaan sturen op mijn financiën. Ik heb functionaliteit gebouwd in mijn administratie om beter op de inkomsten en de uitgaven te letten. Het spaarpercentage wordt (meestal dan toch) goed in de gaten gehouden, en tientallen grafieken laten mij de trends zien. Mijn contant geld buffer is gerationaliseerd en ik heb een potjessysteem ingevoerd met reserveringen voor grote uitgaven.

Hieraan gekoppeld ben ik begonnen met een vaste maandelijkse inleg in mijn beleggingen. Die inleg wordt jaarlijks geïndexeerd voor de inflatie. En de maandelijkse inleg (samen met de dividendopbrengsten) steek ik in een portefeuille met breed gespreide en goedkope Exchange Traded Funds.

Nu heb ik natuurlijk de afgelopen vijf jaar ook wel gruwelijke mazzel gehad. Zowel de huizenmarkt als de beurs zijn ‘booming’ geweest. Zelfs een wereldwijde pandemie van ongekende omvang bracht slechts een tijdelijke dip van onzekerheid. Ik vraag me regelmatig af hoe lang dit nog goed kan gaan. Maar iedere Euro vermogen die ik opbouw is een buffer in moeilijker tijden. Die ongetwijfeld komen.

Situatie medio 2021

In totaal is mijn vermogen ruim 180% gestegen sinds het einde van het tweede kwartaal van 2016. Momenteel bestaat bijna 18% uit overwaarde, 35% zit in het huis en ruim 40% in de beleggingsportefeuille. De voorraad contant geld is fors afgenomen.

Binnenkort zal ik dieper ingaan op hoe ik mijn Eigen Vermogen bereken. Ik zal dan ook verder terugkijken, naar het begin van mijn metingen in 2003. Want er valt een hoop te kiezen bij de berekening van jouw vermogen. Je kunt mijn situatie en jouw eigen situatie dus niet zomaar vergelijken. Sowieso is vergelijken met anderen een slecht idee, daar word je maar ontevreden en ongelukkig van. Niet doen dus! Ik vergelijk alleen maar met mezelf!

Op mijn startpagina kun je alle kwartaalrapportages terugvinden.

Hoe heeft jouw vermogen zich de afgelopen vijf jaar ontwikkeld?