Digitale Enveloppen

Naar aanleiding van een recente blogpost van Minimaal Leven ben ik weer eens wat meer gaan lezen over het enveloppensysteem. Het is een ‘uitvinding’ van de Amerikaanse financiële goeroe Dave Ramsey. Ik heb wel eens wat boeken van hem gelezen, erg Amerikaans maar er staan wel goede tips in.

Een van zijn ‘uitvindingen’ is dus het Enveloppen-Systeem. Veel anderen hebben er al over geschreven, ondermeer BudgetMoments, N(euro)otje en Martin Gijzemijter. Hoe het in elkaar zit ga ik dus maar niet herhalen, dat is al vaak genoeg gebeurd.

Voor mij werkt het niet. Ik houd echt niet van cash geld, ondanks alle verhalen en waarschuwingen over elektronisch betalen. Alle respect voor mensen die het wel doen en voor wie het wel werkt. Maar voor mij dus niet.

Toch is mijn eigen systeem niet zo heel anders. Ik doe aan heel strak cash flow management. Zoveel mogelijk reguliere uitgaven gaan via automatische incasso. Dat zorgt voor voorspelbaarheid en betekent dat ik er minder naar hoef om te kijken. Mijn administratie houdt zelf in de gaten of deze organisaties niet teveel of te vaak afboeken, en waarschuwt mij als dat zo is (lang leve Excel).

Voor alle andere uitgaven, bijvoorbeeld boodschappen en vervoerskosten, heb ik een maandbudget. Iedere maand, zodra het salaris betaald is, check ik wat de verwachte cash flow voor de komende maand is. Dat bedrag laat ik op mijn lopende rekening staan. De rest gaat zonder pardon naar mijn ‘bufferrekening’, de (helaas slecht renderende) spaarrekening die gekoppeld is aan mijn lopende rekening. Ik behandel mijn lopende rekening dus als de envelop, daar staat alleen op wat ik die maand verwacht nodig te hebben.

Ik mag rood staan op mijn lopende rekening, dus als het mis gaat is er niet direct een probleem. De roodstand rente is dan een goede ‘straf’ omdat ik niet goed gepland heb. Maar dat komt steeds minder vaak voor, gelukkig. En als ik echt een onbedwingbare neiging heb om iets te kopen of er is toch een onverwachte uitgave, dan kan ik desnoods snel het geld van de bufferspaarrekening overboeken. Maar dat is dus wel een (in de praktijk erg effectieve) drempel. En via de app van mijn bank kan ik op elk moment zien hoeveel er nog in mijn digitale envelop zit.

Overigens is deze spaarrekening niet ‘de buffer’. Op de bufferspaarrekening staat maximaal € 3.500 (de ‘NIBUD-buffer’). De echte buffer van 6 maandinkomens staat op een beter renderende, maar wel vrij toegankelijke, spaarrekening elders.

Gebruik jij het enveloppensysteem?

Hoe ik Beleg (5) – Indexstrategie

Ik heb er al wel eens wat over geschreven, over mijn beleggingsstrategie. Geen individuele fondsen. Dat maakt me teveel afhankelijk van het succes (of gebrek daaraan) van individuele bedrijven. Ik beleg in sectoren en in ‘de index’. Lees voordat je verder gaat vooral ook even mijn disclaimer, deze post is geen beleggingsadvies!

Eerst ‘de index’. Of, beter gezegd, meerdere. Voor de Verenigde Staten is mijn favoriet de Standard & Poor’s 500 Index (S&P500), een index van 500 grote bedrijven die genoteerd staan op Wall Street (NYSE) of in de NASDAQ. Daarmee is dit een bredere Amerikaanse index dan de (bekendere) Dow Jones, en een betere afspiegeling van de economie van de Verenigde Staten. Er zijn verschillende index-trackers die niets anders doen dan tegen lage kosten een zo goed mogelijke afspiegeling zijn van de S&P500. Ik gebruik op dit moment het Vanguard US 500 Stock Index Fonds.

Ook ben ik dol op de MSCI World Index. De MSCI World is een beursindex van 1,642 beursfondsen, een verzameling van aandelen van de ‘ontwikkelde’ markten in de wereld (volgens MSCI). De index omvat effecten uit 23 landen, maar geen aandelen uit opkomende economieën (dus dat ‘World’ neem ik maar met een korreltje zout). Voor mij komt dat wel goed uit, want beleggen in opkomende markten heeft een hoger risico, dus dat doe ik liever apart (in andere fondsen). Hier gebruik ik het Vanguard Global Stock Index Fonds.

Voor Europa gebruik ik de DJ Eurostoxx 600 Index, een index van 600 aandelen uit 18 Europese landen. De afgelopen jaren heb ik hiervan geen tracker in mijn portefeuille, omdat de economische ontwikkeling in Europa sinds de kredietcrisis nogal achterblijft bij de rest van de wereld. Eerder heb ik wel gebruik gemaakt van de iShares STOXX Europe 600 UCITS ETF.

Azië: daar ben ik niet dol op. Het is me allemaal iets teveel ‘in opkomst’ en de meeste markten zijn erg onvolwassen. Dat betekent veel volatiliteit en dus risico. De afgelopen jaren heb ik hier dan ook niet belegd.

De indexfondsen vormen één van de pijlers van mijn beleggingsportefeuille. Het zorgt ervoor dat ik meelift op de stijging van de markt. Behalve uiteraard in jaren dat de beurs omlaag gaat. Naast mijn indexstrategie heb ik ook nog een sectorstrategie. Maar daarover schrijf ik meer in een volgende blog.

Welke indexen volg jij?

Meetbare financiële doelen

‘Life is what happens to you while you are busy making other plans’ – John Lennon

Financiële doelen, hoe maak je ze meetbaar? Ik vind het een worsteling en ik heb er een aantal jaren over gedaan. Terugkijkend was het vooral vanwege de aannames die ik moest doen. Financiële dromen en de werkelijkheid verhouden zich niet altijd goed tot elkaar. Hoe oud word ik? Wat wil ik allemaal doen. Onderstaand mijn ‘exercitie’.

Mijn belangrijkste financiële doel is mijn pensioen. Zoals ik al vaker heb geschreven ben ik niet erg optimistisch over wat ik ga krijgen. Ik bouw op papier een goed pensioen op, maar wat daar straks van over blijft is een goede vraag. En over de AOW wil ik het dan niet eens hebben.
Daarom heb ik als doel om na mijn pensioen jaarlijks € 20.000 uit mijn vermogen te gebruiken om mijn inkomen aan te vullen. Maar dat moet wel € 20.000 zijn naar de koopkracht van vandaag. De gemiddelde inflatie over de afgelopen 25 jaar was 2,2%. Verwerk ik dat in mijn berekeningen, dan moet die € 20.000 van vandaag straks ongeveer € 35.000 per jaar zijn om dezelfde koopkracht te behouden. Ik ga ervan uit dat ik ergens tussen mijn 67e en 69e met pensioen ga. En ik ga er van uit dat ik 90 jaar oud word. Word ik ouder, dan is het potje leeg.

OK, dus ik wil € 35.000 per jaar uit mijn vermogen kunnen gebruiken na mijn pensionering. Gelukkig heb ik al het nodige opgebouwd, en ik heb nog 20 – 25 jaar om dat aan te vullen tot wat er nodig is. Mijn vermogen groeit op twee manieren:

  1. Door een deel van mijn inkomen niet te consumeren, maar toe te voegen aan mijn vermogen.
  2. Door het rendement op mijn spaargeld en mijn beleggingen.

Ik heb uitgerekend dat ik dit kan halen. Daarvoor moet ik ieder jaar (1) minimaal € 10,000 van mijn inkomen aan mijn vermogen toevoegen. En ik moet ieder jaar (2) een netto rendement (na belastingen) halen van 4,0% op mijn spaargeld en mijn beleggingen. En omdat ik gemiddeld 4,0% moet halen, is mijn doelstelling om 5,0% te halen. Voor de veiligheid. De afgelopen 10 jaar is dat gelukt. Dus wordt het een kwestie van stug doorploegen.

Wat zegt dit over mij? Ik ga tussen 67 en 69 met pensioen. Dus niet al op mijn 55e. En ik word 90 jaar oud. Als ik tussendoor nog iets anders wil (een boot kopen, een tweede huis, et cetera) dan moet ik mijn plannen aanpassen. En dat zal ook nog wel gebeuren. Want plannen overleven zelden de confrontatie met de werkelijkheid.

We must let go of the life we have planned, so that we can accept the life that is waiting for us’ – J. Campbell

Heb jij je doelen meetbaar gemaakt?

De afwezigheid van Maxima

Het ging een beetje langs mij heen, totdat ik een bericht zag dat koningin Maxima niet aanwezig kon zijn bij een evenement. Maar het is Pensioendriedaagse. De deelnemers (vooral overheid en financiële instellingen) willen graag dat we ons beter informeren over ons pensioen. Dus is er een lijst met ‘evenementen’ en uiteraard de nodige persberichten.

Tsja. Ik weet niet of dit nou de manier is om mensen warm te maken voor hun pensioen. Over je pensioen nadenken in een hippe ‘pop-up store’? Zoals het bericht ook al zegt: “Extra communicatie over de problemen lijkt niet te helpen. Nog steeds hebben veel mensen geen goed overzicht in hun specifieke situatie. Alleen informeren is geen oplossing.”

De AFM zegt “meer te zien in het wegnemen van barrières om in actie te komen en gerichte ondersteuning, bijvoorbeeld via gepersonaliseerde digitale hulpmiddelen. Een persoonlijke aanpak in combinatie met periodiek digitale ondersteuning kan hindernissen overbruggen”. Helaas blijft dat allemaal een beetje vaag. Ik ben wel benieuwd hoe ze dat concreet voor zich zien.

Het is ook lastig. Voor veel mensen is het pensioen nog ver weg, en nadenken over financiën is altijd vervelend. Het papieren Uniform Pensioen Overzicht wordt niet gelezen, dat wordt vast niet anders als dat digitaal wordt. En wanneer je advies gaat geven over hoe iemand z’n pensioen in moet gaan richten of aanvullende maatregelen moet/kan nemen, dan kom je al gauw in een wirwar van commerciële belangen terecht. Ik weet niet of het daar nou beter van wordt. Maar een betere oplossing heb ik ook nog niet bedacht.

Voor mij is het elke week Pensioendriedaagse. En voor jou?

Hoe ik Beleg (4) – Informatie

Een belegger heeft informatie nodig om te kunnen beleggen. Ieder dag worden er gelukkig kranten vol geschreven met beleggingsinformatie. Er zijn nieuwsdiensten (zoals Bloomberg) die niets anders doen dan beleggers van informatie voorzien. Gigantische computers analyseren die berg informatie volledig automatisch om op basis daarvan beleggingsbeslissingen te nemen. Er zijn al beleggingsfondsen die met ‘robots’ werken, de computer neemt zonder menselijke tussenkomst de beleggingsbeslissingen.
En jij denkt dat je het als particuliere belegger in je eentje beter kunt doen?

Ik kan het in elk geval niet. Vandaar ook mijn strategie om me grotendeels op Index-beleggen te richten. En dat heeft grote impact op mijn honger naar beleggingsinformatie. Want die is veel beperkter en algemener geworden.

Ik volg natuurlijk het algemene economische nieuws. Via diverse websites, en het journaal. Ik hoef daarvoor niet de hele dag naar CNN of Bloomberg of Z24 te kijken. Mijn beleggingsstrategie maakt juist dat ik liever geen ad-hoc beslissingen onder druk neem, ik beleg voor de lange termijn. Verder lees ik al meer dan 10 jaar The Economist. Zij schrijven goede achtergronden, en hun voorspellingen over de ontwikkelingen in bepaalde sectoren van de economie zijn vaak precies raak. Op basis daarvan heb ik al een aantal succesvolle beleggingsbeslissingen genomen. En ja, ook enkele wat minder succesvolle…

Voor informatie over fondsen en ontwikkelingen in beleggingsland gebruik ik Morningstar. Zij hebben een enorme (gratis toegankelijke) database met informatie over vrijwel alle aandelen en beleggingsfondsen die er zijn. Ik kan de koersen van de afgelopen 10 jaar terugkijken, rapporten over het fonds lezen en allerlei kenmerken en indicatoren raadplegen. Ook houd ik mijn beleggingen bij in hun gratis Portfolio Service. Ik beleg veel in ETFs en sectorfondsen die tientallen, soms honderden aandelen bevatten. Met de X-Ray van Morningstar kan ik dan in één oogopslag zien hoe mijn portefeuille verdeeld is over sectoren, landen, et cetera. Ook handig is de Watchlist, waar ik fondsen die ik overweeg te kopen een tijdje kan volgen.

201510 Fear IndexHet moeilijkste blijft om op basis van al die beschikbare informatie vooral geen impulsieve dingen te doen. Overigens kan ik jullie het boek ‘The Fear Index’ van Robert Harris aanbevelen (Nederlandse titel: De angst-index). Dat gaat over een bedrijf dat belegt met behulp van kunstmatige intelligentie…

Waar haal jij je beleggingsinformatie vandaan?

Ontmoedigingsbeleid

Belasting betalen moet ik. Vind ik ook niet zo erg, want de overheid geeft mij er ook het nodige voor terug. Natuurlijk willen we altijd minder betalen en er meer voor terug, dat is menselijk. En sommige belastingen vind ik redelijker dan andere.

Er is al een tijdje discussie over de vermogensrendementsheffing: 30% belasting over een fictief rendement van 4%, oftewel 1,2% van je vermogen jaarlijks afdragen. Dat vonden de meeste mensen niet zo erg toen het verwachte rendement van sparen op of boven die 4% lag. Maar dat is alweer een hele tijd geleden. Tegenwoordig ligt het verwachte rendement van sparen meer rond de 1% per jaar. Met 1,2% vermogensbelasting wordt je alleen al door de Belastingdienst armer, en dan hebben we het nog niet eens over het effect van inflatie. Met beleggen kun je wel meer rendement halen, maar loop je ook meer risico en heb je kosten.

Vandaag last ik een stukje van Errol Keyner, de adjunct-directeur van de Vereniging van Effectenbezitters, over de plannen met de vermogensrendementsheffing. Ik ben het grotendeels eens met zijn commentaar. Tegelijkertijd snap ik de uitdaging voor de regering, want het koppelen van de vermogensrendementsheffing aan de feitelijk behaalde rendementen is (1) arbeidsintensief voor de Belastingdienst, en zou (2) leiden tot ongewenste fluctuaties in de overheidsinkomsten.

Maar een beetje krom is het wel. De afgelopen 10 jaar horen we steeds vaker dat we als burger meer voor onszelf moeten gaan zorgen. Zelf sparen voor pensioen en voor verwachte hogere toekomstige zorgkosten. Maar in plaats van dat aan te moedigen, voert de overheid een soort ontmoedigingsbeleid. En dat vind ik dan toch een beetje teleurstellend.