Een blog op een ongebruikelijke dag en tijd. Maar er is dan ook Groot Nieuws!
Het hing al een hele tijd in de lucht, maar op (minder) Goede Vrijdag waren ze daar dan toch. De door het kabinet aangekondigde brieven over Box 3, de huidige vermogensrendementsheffing. In de brieven wordt uitgebreid beschreven hoe het kabinet om wil gaan met de effecten van de uitspraak van de Hoge Raad, die eerder oordeelde dat het diefstal is om te belasten op basis van een forfaitair rendement dat niets met het werkelijke rendement te maken heeft. En ook wordt er uitgebreid ingegaan op een nieuw stelsel voor Box 3, dat al vanaf 2025 in zou moeten gaan.
Het bericht van het ministerie van Financiën vind je hier. Hier en hier vind je de Kamerbrieven. In de brieven wordt ingegaan op drie dingen:
- Er moet compensatie komen voor de tienduizenden mensen die bezwaar gemaakt hebben, waarschijnlijk zelfs voor iedereen die de afgelopen jaren teveel belasting betaald heeft in Box 3.
- Er moet een nieuwe Box 3 komen, die juridisch wel door de beugel kan.
- Er moeten tijdelijke maatregelen komen om de periode tot de nieuwe Box 3 te overbruggen, want er wordt geen belasting meer geheven op basis van de ‘oude’ Box 3.
Compensatie
De Belastingdienst begint al op 1 juli met het compenseren, lees ik. Of alleen de bezwaarmakers geld terugkrijgen, of elke Box 3 betaler met vooral spaargeld, dat is nog onderwerp van gesprek met de Tweede Kamer. Het maakt nogal wat uit voor de kosten.
Het kabinet stelt hierbij voor om uit te gaan van de werkelijke vermogensmix, met een nieuwe forfaitaire berekening. Hier zijn twee varianten voor uitgewerkt. Men kan voor het verleden geen belasting op basis van werkelijk rendement berekenen, want de Belastingdienst heeft hier geen gegevens van. Logisch. De Hoge Raad heeft gezegd dat het gebruik van forfaits op zichzelf wel is toegestaan in een belastingstelsel, mits ze aansluiten bij de werkelijkheid. Er gaat met de Tweede Kamer gesproken worden over een ‘spaarvariant’, waarbij alleen een nieuw forfaitair rendement berekend wordt over spaartegoeden en de compensatie daarop wordt gebaseerd. En over een variant voor alle vermogenscategorieën. Bij deze laatste variant worden voor alle rubrieken uit de belastingaangifte (spaargeld, onroerende zaken, aandelen en obligaties, contant geld en vorderingen etc.) de forfaits aangepast aan de gemiddelde rendementen voor deze vermogenscategorieën in het betreffende belastingjaar, zodat het forfaitaire rendement (gemiddeld) zo goed mogelijk aansluit bij het werkelijke rendement in de betreffende jaren. Ik ben benieuwd naar de discussie in de Tweede Kamer en Eerste Kamer, want hier zal men vast en zeker hartstochtelijk over van mening verschillen.
Geldnerd zelf heeft al heel lang het grootste deel van zijn vermogen in beleggingen zitten, en de rest in de eigen woning. Ik zal dus sowieso niet in aanmerking komen voor compensatie. Maar ik heb de afgelopen jaren dan ook veel meer rendement gemaakt dan wat er belast werd in Box 3….
Spoedwet
Het plan is om (al) in 2025 een nieuwe Box 3 gebaseerd op werkelijk rendement in te voeren. Het kabinet komt dus ook met een spoedwet om de tussenliggende jaren te overbruggen. Ze stellen voor om die te gaan baseren op dezelfde variant die gekozen gaat worden voor de compensatie. Even een paar jaar helemaal geen belasting op vermogen en/of rendement is geen optie, dat kost ‘de schatkist’ veel te veel geld. En daar heeft het kabinet nou juist een tekort aan.
Wat kost dat allemaal?
Dit kost natuurlijk allemaal geld. Veel geld, afhankelijk van de opties waar de Tweede Kamer en het kabinet uiteindelijk op uit komen. De brieven zeggen ook iets over waar dat geld vandaan moet komen. Het uitgangspunt hierbij is dat het in principe binnen de huidige kabinetsperiode gedekt wordt. Die loopt tot 2025. En daarbij wordt eerst en vooral ook gekeken naar het ‘domein vermogen’. Dat betekent in gewoon Nederlands zeer waarschijnlijk een verhoging van het belastingtarief in Box 3 en waarschijnlijk ook in Box 2 (het ‘aanmerkelijk belang’, waar de meeste ondernemers in zitten). Dit zal één van de voornaamste gesprekspunten zijn in de lopende gesprekken over de Voorjaarsnota, het financieel kader voor de begroting van volgend jaar. Uiterlijk 1 juni 2022 zal het kabinet de voorstellen hiervoor naar de Tweede Kamer sturen.
Hervorming per 2025
En dan komt er dus per 2025 een nieuwe Box 3 gebaseerd op werkelijk rendement. Dat is tenminste de bedoeling. Dat wordt nog hard werken voor mijn collega’s bij de Belastingdienst, naast alle andere dingen die ze ook nog op hun bordje hebben liggen. Het is sneller dan ik verwacht had.
Het kabinet stelt een vermogensaanwasbelasting voor. Daarbij wordt jaarlijks belasting geheven over de reguliere inkomsten (zoals rente, dividend, huur en pacht) uit het vermogen, en ook over de ongerealiseerde waardeontwikkeling van vermogensbestanddelen (zoals koerswinst of koersverlies over aandelen, waardestijging of waardedaling van onroerend goed).
Het alternatief zou zijn een vermogenswinstbelasting waarbij ook jaarlijks belasting geheven wordt over de reguliere inkomsten, maar waarbij de waardeontwikkeling belast wordt op het moment van verkoop. Maar dan moet je langdurig de gegevens bewaren over de aankoop (van bijvoorbeeld aandelen), en de belastingheffing kan heel ver opschuiven in de tijd. Maar wij moeten in het huidige voorstel voor de belastingaangifte dan wel jaarlijks de waarde bepalen en de stortingen en onttrekkingen bijhouden. Voor mij geen probleem, maar iedere Nederlander krijgt hiermee een administratieplicht opgelegd. Dat is wel iets waar ik voorstander van ben, je eigen administratie bijhouden doet wonderen voor je financiën. Maar niet iedereen vindt dat leuk.
Het kabinet wil de nieuwe Box 3 laten gelden voor alle vermogensbestanddelen die in het huidige box 3 stelsel vallen. De vermogensbestanddelen die het meeste voorkomen zijn bank- en spaarproducten, beleggingen en onroerende zaken (vastgoed). Het saldo van het totale vermogen van belastingplichtigen in box 3 was in 2019 ongeveer € 470 miljard, lees ik in de kamerbrief.
Voor bank- en spaarproducten zullen de werkelijke rente-inkomsten worden belast. Beleggingen in financiële instrumenten (aandelen, obligaties, en dergelijke) hebben rendement uit reguliere inkomsten zoals ontvangen dividend, en uit waardeontwikkeling van het instrument, zoals koerswinst of koersverlies. Bij onroerende zaken wil men aanvankelijk uitgaan van een forfaitaire belasting (op basis van een fictief rendement). Maar zo snel als mogelijk zal ook hier de overstap worden gemaakt naar werkelijk rendement.
De eigen woning gaat voorlopig niet in Box 3 vallen, lees ik. Maar alle andere woningen wel, net als bedrijfspanden en grond. Het rendement bestaat uit de jaarlijkse waardemutatie van de onroerende zaken (zeg maar de verandering van de WOZ waarde), en de reguliere inkomsten, zoals huur en pacht. De overheid heeft hier nog te weinig gegevens over. En ook zit je klem met het WOZ-stelsel, die de waarde altijd met een peildatum van een jaar eerder vaststelt. Dat is te laat voor de belastingaangifte. Ik heb dit jaar de waarde per peildatum 1 januari 2021 ontvangen. Voor de nieuwe Box 3 aangifte zou ik ook de waarde per peildatum 31 december 2021 / 1 januari 2022 nodig hebben, maar die krijg ik volgend jaar pas. Je kunt de waardemutatie dus niet goed vaststellen. De inkomsten zoals huur en pacht gaat in het nieuwe stelsel wel naar het werkelijke rendement belast worden.
Dit gaat alles bij elkaar een behoorlijke impact hebben op het verhuren van panden. Iets wat veel FIRE-collega’s doen als onderdeel van hun plannen voor financiële onafhankelijkheid. Want in het coalitie-akkoord staan nog veel meer maatregelen die verhuur minder aantrekkelijk maken, zoals de verhoging van de overdrachtsbelasting, het invoeren van huurprijsbescherming, de afschaffing van de leegwaarderatio, en een bovengrens op de WOZ-waarde. En ook schulden zullen anders belast worden, in het voorstel kunnen schulden en bezittingen niet meer worden gesaldeerd. De verschuldigde rente op vorderingen en schulden hoort in het nieuwe stelsel tot het inkomen. De verschuldigde rente is als positief inkomen belast bij de schuldeiser en als negatief inkomen aftrekbaar bij de schuldenaar.
Er wordt nog gestudeerd op de definitie van het werkelijke rendement voor ‘overige vermogensbestanddelen’. Dat zijn bijvoorbeeld verzekeringsproducten zoals kapitaal- en lijfrenteverzekeringen en rechten op periodieke uitkeringen, en zaken als als contant geld, cryptovaluta, participaties in ondernemingen (die niet in Box 1 vallen) en uitgeleend durfkapitaal.
De voorstellen vind ik best wel eerlijk. Zo stelt het kabinet voor om ook de kosten die met deze werkelijke inkomsten samenhangen in het nieuwe stelsel aftrekbaar te maken. Bijvoorbeeld de kosten die de bank in rekening brengt voor het aanhouden van een (spaar)rekening, of de transactiekosten en servicefee voor beleggingen.
Het heffingvrij vermogen wordt in de voorstellen afgeschaft. Dat is logisch, want de verschillende vermogensbestanddelen in Box 3 zullen waarschijnlijk allemaal een verschillend werkelijk rendement hebben. In de plaats daarvan komt een heffingvrij inkomen per fiscaal partner. Je betaalt dus uiteindelijk belasting over het totale inkomen uit box 3 voor zover dit het heffingvrije inkomen overschrijdt.
Over de hoogte van het heffingvrij inkomen en de tarieven moet nog besloten worden. Dat kan ook nog een ‘vlaktaks’ of een progressief belastingtarief worden. Dat lezen we pas in het Belastingplan dat met Prinsjesdag wordt gepresenteerd (zal dus wel Prinsjesdag 2024 worden…). En het voorstel is ook om verliezen te kunnen verrekenen, maar alleen met eerdere belasting in Box 3. Je kunt dus niet in jaar X een verlies in Box 3 (door bijvoorbeeld een daling van de beurs) verrekenen met je inkomen in Box 1.
Bij een stelsel van werkelijk rendement zullen de Box-3-opbrengsten voor de overheid aanzienlijk meer zullen fluctueren, zeker als je verliezen kunt verrekenen met inkomsten uit voorgaande en toekomstige jaren. Dat kan jaarlijks miljarden euro’s schelen, en het betekent dat de belastingopbrengst meer meebeweegt met de economische ontwikkeling. We zullen meer belasting betalen op het moment dat het economisch goed gaat en er dus meer rendement wordt gemaakt. En minder betalen (of zelfs geld terugkrijgen) as het economisch minder goed gaat. Met name beleggers (zoals ik…) zullen meer belasting gaan betalen in Box 3 ten opzichte van het huidige stelsel. En financiering met schulden wordt minder aantrekkelijk, omdat je vermogensbestanddelen en schulden niet meer kunt salderen.
Hoe verder?
Wat er overblijft van deze voorstellen is afhankelijk van de Eerste en Tweede Kamer. Die debatten beginnen komende week al. Er zullen ongetwijfeld veel aanpassingen worden voorgesteld. Maar dit is het voorstel van het Kabinet en is dus conform de oude en nieuwe bestuurscultuur afgestemd met de coalitie. De Tweede Kamer overleven ze dus wel. In de Eerste Kamer heeft de coalitie geen meerderheid. Daar hebben ze JA21 of GroenLinks / PvdA nodig voor een meerderheid. Daar zijn waarschijnlijk op de achtergrond al wel gesprekken mee geweest, zo gaat dat wel vaker in Den Haag. Het zou dus zo kunnen zijn dat hun wensen al meegenomen zijn in deze voorstellen. Vermogenden meer belasten is natuurlijk wel een langgekoesterde wens van ‘links’.
Wat vindt Geldnerd?
Ik ga er van uit dat het nieuwe stelsel betekent dat ik meer belasting ga betalen. Als ik heel eerlijk ben dan betaal ik in het oude stelsel ook wel heel erg weinig. De nieuwe plannen voelen minder oneerlijk dan het oude stelsel. Het betekent wel iets, want je gaat in het nieuwe stelsel meer vermogen en vermogensinkomen nodig hebben om onafhankelijk te zijn. Maar ik denk dat de impact wel mee gaat vallen voor ons persoonlijk, vermogen is vooral bedoeld om de periode tot uitbetalen van het pensioen te overbruggen. Ik weet dus pas wat de echte impact is als ook de pensioenhervorming helemaal duidelijk is. Het worden een paar spannende jaren voor iedereen die bezig is met financiële onafhankelijkheid…
Wat vind jij van de voorgestelde hervormingen van Box 3?